De supplicatie van de Profeet (vrede zij met hem)
Allah zegt (interpretatie van de betekenis):
“Roept mij aan; Ik zal jullie verhoren.” (Soerat Ghaafir: 60)
“En als Mijn dienaren jou vragen naar Mij; waarlijk, Ik ben nabij, Ik verhoor de smeekbede van de smekende wanneer hij tot Mij smeekt.” (Soerat al-Baqarah: 186)
De Profeet (vrede zij met hem) zei: “De smeekbede is de aanbidding.”
(Ahmad, Aboe Daawoed en at-Tirmidhi)
Ook zei hij (vrede zij met hem): “Wie Allah niet vraagt, op hem zal Allah vertoornd zijn.” (al-Boechari in al-Adaab al-Moefrad, at-Tirmidhi)
Hij was gewoon zijn Heer onder welke omstandigheid dan ook aan te roepen. Hij zou zijn zaken overlaten aan zijn Meester. Hij pleegde zijn Heer aanhoudend te smeken om Zijn Genade en Vergeving. Hij zou Hem dringend vragen om zijn Goedheid en Vrijgevigheid, daarbij gebruikmakend van smeekbeden die zich beperken tot de essentie, zoals: “O Allah, schenk ons het goede in dit wereldse en schenk ons het goede in het Hiernamaals en behoed ons voor de Bestraffing van het Vuur.”
(al-Boechari en Moeslim)
Of: “O Allah, ik vraag U om vergeving en welzijn.” (Ahmad, Ibn Daawoed en Ibnoe Maadjah)
Hij zou zijn smeekbeden driemaal herhalen, aanvangen met het verheerlijken van zijn Heer, zich richting de qiblah positioneren, wellicht de rituele wassing verrichten alvorens het suppliëren en hij pleegde zijn gemeenschap de etiquette van de smeekbeden bij te brengen. Zo leerde hij hen te beginnen met het loven van Allah, het aanroepen van Allah middels Zijn Schone Namen, het frequentelijk smeken en het in acht nemen van de tijden waarin de kans op het verhoren van de smeekbeden groot is, zoals aan het einde van ieder verplicht gebed, tussen de adhaan en de iqaamah, tijdens het laatste uiur van de vrijdagmiddag, op de dag van cArafah en tijdens de prosternatie, het vasten en het reizen. Ook liet hij weten dat de smeekbede van een ouder ten bate van het kind verhoord wordt.
Wanneer alles tegen zat, richtte hij zich smekend ten hemel en zou hij vol ootmoedigheid, vrees, liefde en blindelings vertrouwen herhaaldelijk zijn vragen en behoeften voorleggen aan Zijn Heer. Dit deed hij bijvoorbeeld op de Dag van Badr, Khandaq en cArafah. Allah zou zijn smeekbeden verhoren en hem (vrede zij met hem) meteen in zijn wensen tegemoetkomen, zoals Hij, de Verhevene, deed toen Hij de maan voor hem spleet, het eten en het bezit vermeerderde, hem in oorlogen deed overwinnen, hem en zijn volgelingen telkenmale bijstond, zijn vijanden het onderspit deed delven en zijn smeekbede verhoorde op de dag dat de Profeet (vrede zij met hem) op het preekgestoelte stond en om regenval smeekte. Dit alles om Zijn Goddelijke Plan te bewaarheiden, de Profeet (vrede zij met hem) te eren en hem de uiteindelijke zege te doen toekomen.