De verdraagzaamheid van de Profeet (vrede zij met hem)
Aangezien hij de Boodschapper is van Allah betaamt het hem ook de meest lankmoedige te zijn onder de mensen, tolerant van inborst, verdraagzaam, elegant en charmant. Hij pleegde zijn woede te bedwingen, te vergeven, in genade aan te nemen en de overtreder gratie te verlenen. Hij was gewoon zijn rechten af te staan mits het de rechten van Allah niet betrof. Hij nam zelfs in genade degenen die hem onrecht aandeden, verjoegen, onheus bejegenden, de huid vol scholden en uitkafferden en bestreden. Hij zei tegen hen op de dag van de inname van Mekka: “Gaat heen, jullie zijn vrij om te gaan.” (ash-Shaafici, at-Tabari en al-Bayhaqi)
Op die dag vergaf hij zijn neef Soefyaan ibn ul-Haarith die tegen hem (vrede zij met hem) zei: “Bij Allah, waarlijk Hij heeft jou boven ons bevoorrecht en het waren wij die verkeerd waren.” Waarop de Profeet (vrede zij met hem) zei:
“Heden zij er geen verwijt tegen u: Moge Allah u vergeven, Hij is de Meest Genadige der genadigen.” (Interpretatie van de betekenis van Soerat Yoesoef: 92)
Vaak werd hij geconfronteerd met de hardvochtigheid en ongemanierdheid van de bedoeïenen, toch bleef hij verdraagzaam en vergevingsgezind, het volgende vers uitvoerende:
“Geef daarom een passende kwijtschelding.” (Interpretatie van de betekenis van Soerat al-Hidjr: 81)
Hij vergold kwaad niet met kwaad, maar zou echter verontschuldigen en disculperen. Als het persoonlijke kwesties betrof, verdrong hij zijn nijd en revancheerde hij zich niet. Het was zelfs zo dat zijn furie hem er niet van weerhield om meer lankmoedigheid te tonen. Hij zou zelfs glimlachen in het gezicht van degene die hem woest maakte. Hij gaf eens één van zijn metgezellen het volgende advies: “Word niet boos, word niet boos, word niet boos.” (al-Boecharie)
Soms kwam hem ter oren dat iemand slecht over hem sprak, maar hij zou niet op zoek gaan naar diegene, noch zou hij deze ter verantwoording roepen of sanctioneren. Het is overgeleverd dat hij heeft gezegd: “Laat niemand van jullie mij ten gehore brengen wat over mij wordt gezegd, ik wil jullie namelijk met onbevangenheid tegemoet treden.” (Ahmad, Aboe Daawoed en at-Tirmidhi)
Ibn Mascoed vertelde hem (vrede zij met hem) eens dat er over hem was geroddeld waarop zijn gezicht wit werd van woede, maar hij zei: “Moge Allah Moesaa begenadigen, hem werd meer leed aangedaan dan dit, maar hij bleef geduldig.” (al-Boechari en Moeslim)
Hij (vrede zij met hem) werd door zijn vijanden gekrenkt in zijn Boodschap, eer, reputatie en naam, maar toen hij de bovenhand kreeg, vergaf hij hen en zei: “Wie zijn woede achterhoudt, Allah zal Zijn Bestraffing voor hem achterhouden.” (Aboe Yaclaa en al-Bayhaqi)
Ook zei een man eens tegen hem: “Wees rechtvaardig!” Waarna de Profeet (vrede zij met hem) zei: “Verloren en verdoemd ben jij als ik niet rechtvaardig zou zijn.” (al-Boechari en Moeslim)
Zijn vergevingsgezindheid omringde iedereen en met zijn lankmoedigheid doofde hij ieder vuur van vijandigheid, handelend naar de volgende Woorden van Allah (interpretatie van de betekenis):
“Weer het slechte af met het beste. Wij weten het beste datgene wat zij beschrijven.” (Soerat al-Moe’minoen: 96)
Zijn verdraagzaamheid kwam tot een hoogtepunt wanneer hij onder zijn vrouwen was. Hij pleegde met ze te dollen, plezier te maken en hun misstappen door de vingers te zien. Bij binnenkomst zou hij (vrede zij met hem) hen begroeten met een glimlach en hun harten en huizen vervullen met aangename sfeer en blijdschap. Anas ibnoe Maalik overlevert: “Ik heb de Profeet (vrede zij met hem) tien jaar gediend en nooit zei hij tegen mij omtrent iets dat ik heb gedaan: ,,Waarom heb je dat gedaan?” Of omtrent iets wat ik niet heb gedaan: ,,Waarom heb je dat niet gedaan?” (al-Boechari)
Dit is wel het hoogtepunt van lankmoedigheid te noemen en het uiterste van deugddoende karakter. Het was zelfs zo dat eenieder die hem vergezelde, met hem meereisde en aan hem de eed van trouw aflegde verbluft was van zijn vriendelijkheid, innemendheid en verdraagzaamheid. Dit heeft ertoe geleid dat de harten deze man liefdevol in zich opnamen.
En als jij genade toont, dan ben jij een moeder of een vader
Getweeën zijn zij het die in dit wereldse begenadigen
En als jij schenkt, dan reist jouw vrijgevigheid tot aan de horizon
En reikt deze de sterren ver voorbij