Uiterlijkheden van de Profeet (vrede zij met hem)
De bedoeling van dit beknopte werk is dat wij de Profeet (vrede zij met hem) beter leren kennen, een voorbeeld aan hem nemen en diens gedragingen tot richtsnoer nemen. Voornamelijk in een tijd waarin het hard nodig is om de echte Tawhied en de nobele Islamitische gedragscode onder de aandacht van de mensen te brengen om zo de naam van de Islam te zuiveren.
Ik vraag Allah om de moslims met dit werk te baten en mijn intentie zuiver voor Hem te laten zijn.
De geboorte van de profeet (vrede zij met hem)
De Profeet (vrede zij met hem) werd gevraagd over het vasten van maandag, waarna hij zei: “Dit is een dag waarop ik geboren ben, (als Profeet) gezonden ben en op die dag werd de Koran aan mij geopenbaard.” (Moeslim)
De Profeet (vrede zij met hem) werd geboren op een maandag in de maand Rabic ul-Awwal in Mekkah tijdens het jaar van de Olifant. Zijn vader heette cAbdullah ibnoe cAbdulmoettalib en zijn moeder Aaminah bintoe Wahb. Zijn opa gaf hem de naam ‘Mohammed’ en zijn vader overleed voor zijn geboorte.
Wij moeten de waarde van deze Profeet leren kennen, leven naar zijn regels, ons zijn gedragscode eigen maken en aandacht geven aan zijn Boodschap van Tawhied. Allah zegt (interpretatie van de betekenis):
“Zeg, ik roep slechts mijn Heer aan en ken geen deelgenoten aan Hem toe.”
(Soerat al-Djinn: 20)
De naam en komaf van de Profeet (vrede zij met hem)
De Profeet (vrede zij met hem) zei: “Ik bezit vijf namen: Ik ben Mohammed, ik ben Ahmed, ik ben al-Maahie (wegveger, uitwisser), waarmee Allah Koefr (ongeloof) uitwist, ik ben al-Haashir (verzamelaar) die de mensen voorgaat op weg naar hun verzamelplaats, en ik ben al-cAaqib (de afsluiter), na wie geen andere profeet komt.”[1](al-Boecharie en Moeslim)
Ook zei de Profeet (vrede zij met hem): “Ik ben Mohammed, ik ben Ahmed, ik ben al-Moqaffah (de laaste der profeten), ik ben de Profeet van het berouw en ik ben de Profeet van de genade.” (Moeslim)
Verder zei de Profeet (vrede zij met hem): “Bevreemdt het jullie niet hoe ik in bescherming wordt genomen door Allah tegen het gescheld van Qoeraysh en hun vervloeking? Zij schelden Modhammamen uit, vervloeken Modhammamen, terwijl ik Mohammed ben.”[2] (al-Boecharie)
Daarnaast zei de Profeet: “Geeft jullie zelf mijn naam, maar gebruikt niet mijn roepnaam, want slechts ik ben Qaasim omdat ik onder jullie verdeel.”[3] (Moeslim)
De Profeet (vrede zij met hem), alsof je hem ziet
“De Boodschapper van Allah (vrede zij met hem) had het mooiste gezicht en uiterlijk van iedereen. Hij was niet al te lang en niet al te kort.” (al-Boecharie en Moeslim)
“De Profeet (vrede zij met hem) had een witte huidskleur en een mooi gezicht.” (Moeslim)
De Profeet (vrede zij met hem) was Marboec (niet al te lang en niet al te kort), breed tussen de schouders[4], had een zware baard en een natuurlijke rode (blos) op het gezicht. Zijn haar reikte tot aan zijn oorlellen. Ik zag hem (een keer) in rode kleding, nimmer heb ik iemand gezien die mooier dan hij was.” (al-Boecharie)
Rabicah ibnoe Abi cAbd ir-Rahmaan zei: “Ik hoorde Anas ibnoe Maalik een beschrijving geven van de Profeet (vrede zij met hem), zeggende: ,,Hij was qua lengte Rabcah, niet te lang en niet te kort, wit van kleur met een vleugje rood, niet vel wit maar ook niet al te donker, niet kroesharig en ook niet stijl van haar, hij ontving de openbaring op zijn veertigste, tien jaar verbleef hij in Mekkah terwijl de openbaring op hem nederdaalde, en tien jaar (daarna) verbleef hij in al-Madinah, en toen hij overleed bevonden zich in zijn hoofd- en baardharen niet meer dan twintig grijze haren.” (al-Boecharie)
“Zijn gezicht was net als de zon en de maan en was rond.” (Moeslim)
Djaabir Ibnoe Samoerah zei: “Ik zag de Boodschapper van Allah (vrede zij met hem) op een avond waarin de maan helder scheen. Ik keek steeds naar de Boodschapper van Allah (vrede zij met hem) en naar de maan, terwijl hij rode kleding droeg, en naar mijn mening was hij mooier dan de maan.” (at-Thirmidhi, Al-Haakim)
De verheven positie van de Profeet (vrede zij met hem)
(en de voordelen die Hij geniet ten opzichte van anderen)
Allah zegt (interpretatie van de betekenis):
“O Profeet, voorwaar, Wij hebben jou gezonden als een getuige en als een brenger van verheugende tijdingen en als een waarschuwer. En als een oproeper tot Allah, met Zijn toestemming en als een verlichtende lamp. En verkondig de gelovigen de verheugende tijdingen: dat er voor hen een grote gunst is van Allah.” (Soerat al-Ahzaab: 45-47)
Ook zegt Allah (interpretatie van de betekenis):
“Mohammed is niet de vader van één van jullie mannen, maar hij is de Boodschapper van Allah en de Laatste der Profeten. En Allah is Alwetend over alle zaken.” (Soerat al-Ahzaab: 40)
Verder zei de Profeet (vrede zij met hem): “Ik ben van alle profeten, de Profeet die de meeste volgelingen zal hebben op de Dag des Oordeels en ik ben de eerste die aan de poort van Het Paradijs zal kloppen.” (Moeslim)
Ook zei de Profeet (vrede zij met hem): “Ik ben de eerste bemiddelaar in Het Paradijs, en geen van de profeten werd geloofd zoals ik geloofd werd, en er is (zelfs) een profeet die slechts door één man werd geloofd.” (Moeslim)
Ook zei hij: “Ik heb mijn Heer om drie zaken gevraagd. Hij heeft mij twee ervan gegeven en stond mij één niet toe. Ik vroeg Mijn Heer om mijn gemeenschap niet door droogte te vernietigen, dit heeft Hij mij gegeven. En ik vroeg Hem mijn gemeenschap niet door verdrinking te vernietigen en dit heeft Hij mij gegeven en ik vroeg Hem om hen van onderlinge verdeeldheid te behoeden en dit weigerde Hij mij.” (Moeslim)
Anas zei: “En wat de Profeet (vrede zij met hem) betreft, zijn oog slaapt maar zijn hart niet.” (al-Boecharie)
Ook zei de Profeet (vrede zij met hem): “Ik ben bevoorrecht boven de andere profeten met zes zaken: Mij is Het allesomvattende woord[5] gegeven en ik word bijgestaan door angst die een maand van tevoren (in de harten van mijn vijanden wordt ingeboezemd) en het is toegestaan voor mij om de oorlogsbuit te vorderen[6] en de grond dient voor mij als gebedsplaats en reinigingsmiddel[7] en ik ben naar alle mensen gestuurd[8] en ik ben de laatste der profeten.”[9] (Moeslim)
Ook zei de Profeet (vrede zij met hem): ,,Waarlijk, ik en de profeten voor mij zijn te vergelijken met een bouwwerk dat door een man gebouwd wordt, een mooi aanzien wordt gegeven, behalve de plaats van één hoeksteen die leeg is blijven staan. De mensen die dit gebouw kwamen bezichtigen, vonden het ontzettend mooi, maar zeiden steeds: “was die laatste hoeksteen maar ook geplaatst?” Toen zei de Profeet (vrede zij met hem): ,,Ik ben die laatste steen en ik ben de laatste der profeten.”[10] (al-Boecharie)
Het teken van Mohammed’s Profeetschap[11]
Saa’ib Ibnoe Yazied zei: ,,Mijn tante nam mij naar de Profeet (vrede zij met hem) en zei tegen hem: ,,O Boodschapper van Allah, waarlijk, mijn neefje heeft pijn aan zijn voeten.” Toen veegde de profeet (vrede zij met hem) over mijn hoofd en vroeg Allah om mij te zegenen. Vervolgens verrichtte hij de kleine wassing, waarna ik uit zijn woedoe-water dronk. Daarna ben ik achter de Profeet (vrede zij met hem) gaan staan en keek naar het teken van Profeetschap tussen zijn schouders, dat gelijkenis vertoonde met het ei van een duif.” (al-Boecharie)[12]
De heerlijkheid van de geur van de Profeet (vrede zij met hem)
Anas zei: “Ik heb nog nooit brokaat of zijde aangeraakt die zachter is dan de hand van de Profeet (vrede zij met hem). En nog nooit heb iets geroken dat heerlijker is dan de geur van de Profeet (vrede zij met hem).” (al-Boecharie en Moeslim)
Ook zei Anas: “Op een dag kwam de Profeet (vrede zij met hem) ons huis binnenstappen en hij deed bij ons een middagdutje. Mijn moeder kwam toen aanzetten met een flesje en zij ving het zweet van de Profeet (vrede zij met hem) op in dit flesje. (toen zij daarmee bezig was) werd de Profeet (vrede zij met hem) wakker en hij zei: “O Oem Soelaym, wat ben je aan het doen?” Toen zei mijn moeder: “Wij gebruiken jouw zweet als parfum, het is namelijk het meest welriekende parfum die er is.” (Moeslim)
De slaap van de profeet (vrede zij met hem)
Als de Profeet (vrede zij met hem) iedere nacht naar bed ging spuwde hij in zijn handen en reciteerde hij “Qoel Hoewa-Lahoe Ahad” en “Qoel Acoedhoe Bi Rabil-Falaq” en “Qoel Acoedhoe Bi Rabin-Naas” vervolgens veegde hij met zijn handen over zijn lichaam, in zoverre hij hiertoe in staat was. Hij begon daarbij met zijn hoofd. Daarna de rest van zijn lichaam. Hij deed dit tot drie keer toe.” (al-Boecharie en Moeslim)
“Het bed waarop de Profeet (vrede zij met hem) sliep was van leer gemaakt en gevuld van binnen met vezel.” (Moeslim)
De proviand van de Profeet (vrede zij met hem)
cAa´ishah zei: “Aan ons, de familie van Mohammed, ging soms een hele maand voorbij zonder één keer het vuur aan te steken. Ons enige proviand was dadels en water. Wel hadden wij buren van de Ansaar die zo nu en dan kamelenmelk naar de Profeet (vrede zij met hem) stuurde.” (al-Boecharie en moeslim)
cOmar ibnoel Khataab zei: “Ik zag de Profeet (vrede zij met hem) vergaan van de honger. Hij had niet eens Diql[13] om zijn honger mee te stillen.” (Moeslim)
Het gehuil van de Profeet (vrede zij met hem)
De Profeet (vrede zij met hem) liep samen met een aantal metgezellen binnen bij zijn zoon Ibraahiem terwijl hij bij zijn zoogmoeder (voedster) was. En hij nam hem in zijn armen, kuste hem en rook aan hem. Toen de metgezellen binnenliepen blies Ibraahiem zijn laatste adem uit en zij zagen hoe de ogen van de Profeet (vrede zij met hem) begonnen te tranen. Toen zei cAbd ur-Rahmaan ibnoe cAuf tegen de Profeet (vrede zij met hem): ,,Ook jij laat de tranen stromen, O boodschapper van Allah.” Waarna de Profeet (vrede zij met hem) zei: ,,Dit is een vorm van genade… Waarlijk, het oog traant en het hart treurt, maar wij zeggen slechts datgene wat onze Heer behaagt. En wij zijn waarlijk verdrietig vanwege het feit dat je ons verlaat, O Ibraahiem…”[14(al-Boecharie en Moeslim)
Het zien van de Profeet (vrede zij met hem) in een droom
De Profeet (vrede zij met hem) heeft gezegd: “Wie mij in een droom heeft gezien, heeft mij daadwerkelijk gezien, want de shaytaan is niet in staat om mijn gedaante aan te nemen.”[15] (al-Boecharie)
[1] “Ik bezit vijf namen.” Ibnoe Hadjar zegt in Fath al-Baari dat de Profeet (vrede zij met hem) hiermee bedoelde te zeggen dat niemand vóór hem deze namen kreeg. Wel noemde een aantal Arabieren hun kinderen Mohammed nadat zij vernomen hadden van waarzeggers dat er een Profeet zou verschijnen met de naam Mohammed, in de hoop dat hun kind die éne profeet zou zijn.
“Ik ben al-Maahie (wegveger, uitwisser), waarmee Allah Koefr (ongeloof) uitwist.” Met de komst van Mohammed werd het ongeloof in het Arabische schiereiland beetje bij beetje verdrongen en dus daarmee ook uitgewist. Dit zal zich voortzetten totdat aan de komst van cIessa ibnoe Mariam (vrede zij met hem) die geen ander geloof in zijn tijd dan de Islam zal aanvaarden.
“Ik ben al-Haashir (verzamelaar) die de mensen voorgaat op weg naar hun verzamelplaatst.” Ibnoe Hadjar zegt: “Omdat de Profeet (vrede zij met hem) de laatste profeet is, en zijn gemeenschap de laatste gemeenschap is, werd hij ‘de verzamelaar’ genoemd en omdat hij opgevolgd zal worden door de Verzameling (van de Dag des Oordeels).”
Ook is gezegd dat de reden waarom de Profeet (vrede zij met hem) ‘de verzamelaar’ werd genoemd, is omdat hij de eerste zal zijn die opgewekt zal worden op de Dag van de Verzameling.
[2] “Modhammamen” Omdat Qoeraysh ontzettend veel haat en wrok koesterde richting de Profeet (vrede zij met hem), noemde zij hem niet bij zijn naam “Mohammed (prijzenswaardige)” maar noemden zij hem daarentegen ‘Modhammamen’. Dit woord is het tegenovergestelde van Mohammed en betekent “de afkeurenswaardige”. Dus Qoeraysh schold altijd Modhammamen uit, terwijl de naam van de Profeet (vrede zij met hem) Mohammed heet.
[3] Dit wetsoordeel is later opgeheven en het is wel degelijk toegestaan om de roepnaam ‘Aboe al-Qaasim’ te krijgen. Dit volgens de methodologie van Maalik en de meerderheid van de geleerden. En velen van de Salaf (vrome voorgangers) noemde zichzelf dan ook Aboe al-Qaasim.
[4] Dit is een teken van kracht, eerbiedwaardigheid en volwassenheid.
[5] De Profeet (vrede zij met hem) kon aan de hand van weinig woorden heel veel zeggen.
[6] Voor de komst van de Profeet (vrede zij met hem) werd de oorlogsbuit verzameld, waarna een vuur uit de hemel kwam die alles verteerde.
[7] Waar men zich ook bevindt, kan hij het gebed verrichten als de gebedstijd aanbreekt. Hij kan zelfs van de grond gebruikmaken om Tayamoem te verrichten als hij geen water kan vinden.
[8] Allah zegt (interpretatie van de betekenis):
“O, jullie, mensen, voorwaar, ik ben de Boodschapper van Allah voor jullie allen.” (Soerat al-Acraaf: 158)
[9] Als de Profeet Mohammed (vrede zij met hem) de laatste der profeten is, dan is hij ook de laatste der Boodschappers, want iedere Boodschapper is een Profeet.”
[10] Uit deze overlevering valt op te maken dat Mohammed (vrede zij met hem) de laatste der profeten is. Hij is bevoorrecht boven de andere profeten en zijn geloof is een voltooiing van het voorafgaande.
In de Bijbel vinden wij teksten die gelijkenis tonen met deze overlevering van al-Boecharie. Zo zegt David (vrede zij met hem): “De steen die de bouwlieden hebben verworpen is het hoofd van de hoek geworden.” (Psalm 118: 22-23)
Sommigen Christenen, wanneer zij geconfronteerd worden met deze tekst, zeggen zij dat deze woorden op Jezus (vrede zij met hem) slaan. Dit had gekund, ware het niet voor het feit dat Jezus (vrede zij met hem) het volgende zei tegen de zonen van Israël: “Hebt Gij nooit in de Schriften gelezen: ,,De steen die de bouwlieden hebben verworpen, is juist de hoofdhoeksteen geworden. Vanwege God is dit geschied en het is wonderbaarlijk in onze ogen?” Daarom zeg ik U: ,,Het Koninkrijk Gods zal van U worden weggenomen en aan een natie worden gegeven die de vruchten daarvan voortbrengt.” (Mattheus 21: 42-43)
En deze hoeksteen waarnaar Jezus (vrede zij met hem) verwijst is Mohammed (vrede zij met hem), want Jezus (vrede zij met hem) geeft te kennen dat Het Koninkrijk Gods van het nageslacht van Israël ontnomen zal worden en aan een andere natie, namelijk die van de Arabieren, gegeven zal worden. Vandaar zei Jezus (vrede zij met hem) tegen een vrouw nadat zij zei: “Heer, ik zie dat gij een profeet zijt. Onze vaderen baden op dezen berg God aan, en gij, Joden, zegt dat Jeruzalem de plaats is waar men Hem aanbidden moet. Jezus zeide tot haar: ,,Vrouw, geloof mij, de ure komt waarin gij noch op dezen berg noch te Jeruzalem den Vader zult aanbidden.” (Johannes 4: 19-21)
Deze tekst geeft aan dat er een nieuw geloof zat aan te komen en dat de richting van de Qiblah van de profeten van Jeruzalem naar Mekkah zou veranderen.
[11] Mohammed (vrede zij met hem) is de laatste der profeten, zijn Boodschap is de laatste der boodschappen en is van kracht op iedere plaats, gemeenschap en tijd. Aangezien zijn Boodschap de laatste is, heeft Allah ervoor gezorgd dat het leven van deze Boodschapper nauwkeurig werd geregistreerd. Nog nooit is het leven van één van de voorgaande profeten zo nauwkeurig vastgelegd. Ook niet het leven van Jezus (vrede zij met hem), zoals de Britse dominee Charles Anderson in één van zijn artikelen schrijft: “Wij zouden moeten accepteren dat het niet mogelijk is om een biografie van Jezus te schrijven, want wij hebben hier gewoonweg niet voldoende informatie voor. Wij bezitten slechts informatie over hoogstens vijftig dagen uit het leven van Jezus.”
Terwijl als je kijkt naar het leven van de Profeet (vrede zij met hem) van de Islam, dan vind je een enorm aantal naslagwerken:
- Boeken van Sierah (Biografie) waarin het leven van de Profeet (vrede zij met hem) geregistreerd staat.
- Boeken van al-Maghaazi waarin de slagvelden van de Profeet (vrede zij met hem) geregistreerd staat.
- Boeken van Shamaa’il waarin de uiterlijke en innerlijke kenmerken van de Profeet (vrede zij met hem) geregistreerd staat.
- Boeken van al-Khasaa’is waarin de specifieke kenmerken van de Profeet (vrede zij met hem) geregistreerd staan.
- Boeken van Adhkaar waarin de lofprijzingen van de Profeet (vrede zij met hem) geregistreerd staan.
De aandacht en de belangstelling die de biografie van de Profeet (vrede zij met hem) geniet, getuigt van het feit dat Mohammed de laatste der Boodschappers is.
Tot slot wil ik zeggen dat geen van de profeten voor Mohammed naar alle mensen werd gestuurd. En wat betreft Jezus (vrede zij met hem), ook hij is slechts naar zijn volk, het nageslacht van Israël, gestuurd. Dit wordt door de Bijbel zelf bevestigd, want toen een vrouw uit Kanaän naar Jezus (vrede zij met hem) kwam om haar bezeten dochter door hem te laten helpen, wilde hij haar niet helpen en zei hij: “Ik ben niet gezonden dan tot de verloren schapen van het huis Israëls.” (Matheus: 15:24)
En toen de apostelen bij hem aandrongen, zei hij: “Het past niet het brood der kinderen te nemen en aan de honden toe te werpen.” (Mattheus:15:26)
[12] Aan da hand van dit teken konden de lieden van het boek de Profeet (vrede zij met hem) herkennen. In Sahih Moeslim staat vermeld dat dit teken dichter bij zijn linkerschouder zat. Dit teken lijkt op een uitstekende rode vleesklompje zoals al-Qoertobie heeft gezegd.
[13] Dadel van slechte kwaliteit.
[14] Ui deze overlevering kunnen wij opmaken dat het toegestaan is om te huilen om iemands dood, zolang dit niet gepaard gaat met geschreeuw, haartrekken, luid gehuil en verkeerde uitspraken. Ook zegt de Profeet (vrede zij met hem), dat huilen een vorm van genade is.
[15] Uit deze overlevering kunnen opmaken dat het mogelijk is dat iemand de Profeet (vrede zij met hem) in zijn droom ziet. Wel moet deze verschijning van de Profeet (vrede zij met hem) overeenkomen met de kenmerken die vermeld staan in de correcte overleveringen. Daarom zei al-Manawi in zijn uitleg van deze overlevering: “De Profeet (vrede zij met hem) moet in zijn ware verschijning gezien worden, zoals deze vermeld staat in de correcte overleveringen. Wordt de Profeet (vrede zij met hem) gezien in een andere verschijning, een verschijning die langer of korter is of donkerder van kleur dan heeft die persoon de Profeet (vrede zij met hem) niet gezien.”
Binnen een aantal soefi-stromingen wordt zelfs beweerd dat de mogelijkheid bestaat dat iemand de Profeet (vrede zij met hem) ziet terwijl hij wakker is. Dit heeft Ibnoe Hadjar weerlegd door het volgende te zeggen: “Als dit waar zal zijn, dan zouden diegenen die de profeet in een staat van wakker-zijn hebben gezien ook metgezellen zijn en dit is iets wat geen van de moslims durft te beweren.”
In sommige soefi-boeken staat dat een persoon (Shaadhli) , die vijf eeuwen later dan de Profeet (vrede zij met hem) heeft geleefd, zegt: “Ik heb van de Profeet (vrede zij met hem) vernomen.” En als je hen hierover vraagt, dan zeggen ze: “Hij heeft de Profeet (vrede zij met hem) gesproken in een staat van wakker-zijn.” Iets wat zelfs de metgezellen niet ten dele is gevallen. Nooit heeft cOmar of Aboe Bakr de eer gehad om de Profeet (vrede zij met hem) in een staat van wakker-zijn te zien. Dit is absoluut onmogelijk, want Allah zegt over de overledenen:
“En voor hen is er een scheiding tot de Dag waarop zij opgewekt worden.” (Soerat al-Moe’minoen: 100)
Stel je voor dat iemand meent dat hij de Profeet (vrede zij met hem) in zijn droom waarin hem opgedragen wordt iets te doen of te laten, wat moet hij doen in dit geval? De geleerden zijn het er over eens dat uit een droom geen Islamitische wetten ontleend kunnen worden.