Zijn komst wordt voorspeld door de waarzeggers
cAbdullah bin cOmar zegt: “Ik heb cOmar nooit horen zeggen: ,,Ik vermoed dat het zo is.” of het was zo. (Op een dag) toen cOmar zat, kwam een aantrekkelijke man langs lopen, waarop cOmar zei: ,,Of ik heb het verkeerd, of hij aanbidt nog steeds wat zij in de Djaahiliyyah aanbaden, of hij was hun waarzegger. Breng hem bij mij!” Toen hij werd gebracht, vertelde cOmar hem over zijn vermoedens. Waarna de man zei: ,,Ik heb nog nooit een dag meegemaakt waarop een moslim op deze wijze werd aangesproken.” cOmar zei: ,,Ik sta er toch op dat je het mij vertelt.” Hij zei: ,,(Je hebt gelijkt) ik was hun waarzegger in de Djaahiliyyah.” cOmar zei: ,,Wat is het opmerkelijkste wat je ooit van jouw djinniyah (vrouwelijke djinn met wie hij samenwerkte) hebt gehoord?” Hij zei: “Toen ik op een dag op de markt was, kwam zij naar mij toe en ik bespeurde haar angst. Zij zei:
,,Heb jij de djinn en haar wanhoop gezien.
En haar radeloosheid en haar overgave.[1]
En hoe zij zich bij de jonge kamelen en hun zadels heeft gevoegd.”
cOmar zei: ,,Hij spreekt de waarheid.” Toen ik (eens) in de buurt van hun afgoden lag te slapen, kwam een man met een kalf en offerde hem, waarop een andere persoon zo hard tegen hem begon te schreeuwen zoals ik nooit eerder heb gehoord en riep: ,,O ellendeling! Een geslaagde zaak (heeft zich voorgedaan). Een welbespraakte man zegt: ,,Niemand heeft het recht aanbeden te worden, behalve Allah.”, waarna ik (cOmar) opstond. Het duurde niet lang voordat er werd gezegd: ,,Dit is een Profeet.”[2] (al-Boechari)
[1] Voor de komst van de Profeet (vrede zij met hem) konden de djinns opstijgen tot de hemel en konden zij de gesprekken van de Engelen afluisteren. Na zijn komst, maakte Allah dit onmogelijk voor hen. De djinns werden gedwongen het afluisteren van de Engelen op te geven.
[2] Het duurde niet lang of de Profeet (vrede zij met hem) begon met het verkondigen van de Boodschap van de Islam.