De erfzondel
Alle lof zij Allah en vrede en zegeningen zij met de Boodschapper,
De erfzonde is een christelijke dogma die inhoudt dat eenieder zondig geboren wordt. Deze situatie zou zijn ontstaan door de zondeval, toen Adam en Eva de eerste zonde begingen. Om te begrijpen waarom de kruisiging van Jezus Christus binnen het christendom noodzakelijk is, is het concept van de erfzonde essentieel. Het offer van Jezus Christus, die zich volgens de christenen liet kruisigen is de basis voor de bevrijding van zowel de erfzonde als van de zelf begane zonden. In de loop der tijd zijn er meerdere discussies geweest binnen het christendom over het concept van de erfzonde. Een grote verdediger ervan was Augustinus uit Carthago, terwijl de Britse monnik Pelagius[1] de erfzonde juist geheel ontkende.
Nu is de vraag of de kruisiging van Jezus een bevrijding is voor een specifieke groep mensen of voor de algehele mensheid zoals Johannes in de volgende tekst te kennen geeft: “Hij is een verzoening voor onze zonden en niet alleen voor de onze maar ook voor die der gehele wereld.” (1 Johannes 2: 2)
Als wij een blik werpen op het leven van Jezus (vrede zij met hem), dan valt ons op dat zijn boodschap slechts gericht was tot het huis van Israël, dus hieruit kan geconcludeerd worden dat ook zijn verzoening alleen bestemd kan zijn voor de kinderen van Israël. Dit wordt ook nog eens bevestigd in het verhaal van de Kananneesche vrouw die Jezus om hulp kwam vragen. Zo staat er in Mattheüs 15: 22-26 het volgende: “En zie, een Kananneesche vrouw uit die streek kwam buiten en riep: Erbarm u mijner, Heer, zoon Davids! mijn dochter is deerlijk bezeten. Hij antwoordde haar geen woord, en toen zijn leerlingen bij hem kwamen en hem verzochten: Zend haar weg; want zij roept ons na. antwoordde hij: Ik ben alleen tot de verloren schapen van Israels huis gezonden. Maar zij kwam nader en viel voor hem neer, zeggend: Heer, help mij! Hij hernam: Het past niet het brood der kinderen te nemen en aan de honden toe te werpen.”
Dus als Jezus weigert de dochter van deze Kananneesche vrouw te genezen, hoe kan hij dan de zonden van de algehele mensheid op zich nemen? En trouwens is het niet een vorm van onrechtvaardigheid wanneer de algehele mensheid opgezadeld wordt met een zonde die zij niet begaan heeft? Allah zegt (interpretatie van de betekenis):
“Geen lastdragende kan de last van een ander dragen en indien een zwaarbelaste (een ander) roept tot (verlichting van) zijn last, zal er niets van kunnen worden overgenomen.” (Soerat Faatir: 18)
En tot ieders verbazing wordt dit laatste tevens door de bijbel bevestigt. Zo staat er in Ezechiël 18:20-21: “Al wie zondigt, die zal sterven; een zoon zal niet meedragen de schuld zijns vaders, noch een vader die zijns zoons; den rechtschapene zal zijn deugd, den goddeloze zal zijn goddeloosheid volgen. En wanneer een goddeloze zich bekeert van al de zonden die hij bedreven heeft en al mijn inzettingen onderhoudt, recht en deugd beoefent, dan zal hij stellig in leven blijven, hij zal niet sterven.”
Er bestaat niet zoiets als een erfzonde, Jezus zegt namelijk: “Was ik niet gekomen en had ik niet tot hen gesproken, zij zouden geen zonde hebben; maar thans hebben zij geen verontschuldiging voor hun zonde. Wie mij haat haat ook mijn Vader.” (Johannes 15: 22-23)
Wanneer er sprake is van een begane zonde, dan hoeft men slechts berouwvol tot God terug te keren om deze zonde ongedaan te maken. Is het niet de bijbel die ons leert: “Zo zal in den hemel meer blijdschap zijn over een zondaar die zich bekeert dan over negen en negentig rechtschapenen, die geen bekering behoeven.” (Lucas 15: 7)
God zegt dan ook het berouw van een zondaar te accepteren zonder enige voorbehoud. “De goddeloze verlate zijn weg, de slechtaard zijn overleggingen; hij bekere zich tot den Heer, opdat hij zich zijner erbarme, tot onzen god, want hij schenkt ruimschoots vergiffenis.” (Jesaja 55: 7)
Dus het ongedaan maken van de zonde is afhankelijk van iemands bereidheid om berouw te tonen en heeft niets te maken met de kruisiging of erfzonde. En eenieder wordt slechts voor zijn eigen daden verantwoordelijk gehouden. “Oordeelt niet; opdat gij niet geoordeeld wordt. Want naar het oordeel dat gij velt zult gij geoordeeld worden; met de maat waarmee gij meet zal u toegemeten worden.” (Mattheüs 7: 1-2)
Tevens staat er in de bijbel: “Want de Mensenzoon zal komen in de heerlijkheid zijns Vaders met zijn engelen en zal dan ieder vergelden naar zijn gedrag.” (Mattheüs 16: 27)
Nergens geeft Jezus (vrede zij met hem) te kennen dat het geloven in de erfzonde tot de verzoening en verlossing van de mens behoort. Wel zegt hij dat iemands daden bepalend zijn voor zijn eindbestemming. Dus laat de weldenkende mens hieruit lering trekken.
En vrede en zegeningen zij met onze geliefde profeet Mohammed (vrede zij met hem).
[1] Pelagius was waarschijnlijk een Britse monnik die leefde in de vijfde eeuw na Christus. Vermoedelijk is hij gestorven na 418. Sommigen veronderstellen dat hij geleefd heeft van ongeveer 360 tot 435. Pelagius wordt vooral in verband gebracht met het concept van de erfzonde, meer bepaald het ontkennen daarvan, en stond hierin lijnrecht tegenover zijn tijdgenoot Augustinus.Pelagius, die beschouwd werd als één van de grootste intellectuelen van zijn tijd, was van mening dat er niet zoiets bestond als de erfzonde; kinderen waren volgens hem bij hun geboorte even onschuldig als Adam in het Paradijs, en het leven van een deugdzaam leven was dan ook voldoende om verlost te blijven van de zonde: het goede zou uiteindelijk beloond worden en het kwade gestraft