Regels inzake menstruatie en kraambloeding
Al-Hayd is zoals bekend menstruatiebloed. De shariecah kent hiervoor geen maximum of minimum tijdsduur maar gaat uit van het aantal dagen dat een vrouw gewoonlijk ongesteld is.
An-Nifaas staat voor kraambloeding. De maximum tijdsduur hiervoor is veertig dagen. Oem Salamah overlevert: “Een vrouw die pas bevallen was, onthield zich (van het vasten en het bidden), in de tijd van de Profeet, veertig dagen.” (Sahih Soenan Ibn Maadjah)
Als de kraambloeding voor het verstrijken van de veertig dagen ophoudt, dan dient de vrouw zich te wassen en is zij weer schoon. Als de kraambloeding langer dan veertig dagen duurt, dan dient zij zich, na de veertig dagen, gewoon te wassen en kan zij zichzelf daarna als schoon beschouwen.
Verboden handelingen tijdens de menstruatie en kraambloeding
Wat verboden is voor een persoon die zijn woedoe’ heeft verbroken, is ook verboden voor een vrouw in haar menstruatie- of kraamperiode. Daarnaast zijn voor deze vrouw de volgende zaken verboden.
1. Vasten
De vrouw dient de periode die zij niet heeft gevast tijdens de maand Ramadan wel in te halen! Moecaadhah verhaalt: “Ik vroeg cAa’ieshah het volgende: ,,Hoe zit het met een menstruerende vrouw (na haar periode) die het vasten inhaalt en het gebed niet?” cAa’ieshah antwoordde: ,,Wij kregen daarmee te maken in de tijd van de Profeet waarop ons werd opgedragen het vasten in te halen en het gebed niet.” (al-Boechari en Moeslim)
2. Het penitreren van het vrouwelijke geslachtsdeel
Dit op basis van de woorden van Allah (interpretatie van de betekenis):
“En zij vragen jou over de menstruatie. Zeg het is een onreinheid. Dus vermijdt jullie vrouwen gedurende de menstruatie en heb geen gemeenschap met hen totdat hun menstruatie ophoudt. En als zij zich reinigen heb dan gemeenschap met hen van waar Allah jullie heeft bevolen.” (Soerat al-Baqarah)
En op basis van de uitspraak van de Profeet: “Doe alles (met hen) behalve het hebben van gemeenschap.” (Sahih Soenan Ibn Maadjah)
Het hebben van geslachtsgemeenschap met een ongestelde vrouw
Imam Nawawi zei in de uitleg van Moeslim: “Als een moslim gelooft dat het hebben van gemeenschap met een ongestelde vrouw toegestaan is, dan treedt hij hierdoor buiten de Islam. Indien hij dit achteloos doet, niet wetend dat de vrouw ongesteld is, of dat hij niet op de hoogte is van het verbod hiervan, of als hij hiertoe gedwongen wordt, dan wordt dit hem niet kwalijk genomen en hoeft hij geen Kafaarah (boetedoening) te verrichten. Heeft hij bewust gemeenschap met een ongestelde vrouw en weet hij dat dit verboden is, dan heeft hij een grote zonde gepleegd. Shaafici zei dat dit een grote zonde is en hij moet hiervoor berouw tonen en over het verrichten van kafaarah bestaan twee meningen.” Ik zeg: “De voornaamste mening is dat kafaarah verplicht is. Dit op basis van de overlevering van Ibn cAbbaas dat de Profeet met betrekking tot de man die gemeenschap heeft met zijn vrouw tijdens haar menstruatie zei: “Hij moet één dinar of een halve dinar als Sadaqah (liefdadigheid) uitgeven.” (Sahih Soenan Ibn Maadjah)
De keuze die in de overlevering wordt genoemd (tussen het betalen van één of een halve dinar) heeft te maken met het hebben van gemeenschap in het begin of aan het einde van de menstruatieperiode. Dit op basis van de uitspraak van Ibn cAbbaas: “Als hij gemeenschap met haar heeft in het begin van haar menstruatieperiode, dan geeft hij één dinar uit en (als hij gemeenschap met haar heeft) aan het einde van haar menstruatieperiode, dan geeft hij een halve dinar uit.” (Sahih Soenan Abi Daawoed)
Al-Istihaadhah
Al-istihaadhah is bloed dat vrijkomt buiten of direct volgend op de menstruatie- of kraamperiode. Als het gaat om bloed dat vrijkomt buiten de menstruatie- of kraamperiode, dan bestaat er geen twijfel over dat het gaat om al-istihaadhah. Als het echter gaat om bloed dat vrijkomt direct volgend op de menstruatie- of kraamperiode, dan wordt al het bloed dat vrijkomt na haar gewoonlijke tijdsduur (van menstruatie- of kraamperiode) beschouwd als al-istihaadhah. Dit op basis van wat de Profeet (vrede zij met hem) zei tegen Oem Habibah: “Onthoudt je (van alles wat verboden is voor een menstruerende vrouw) voor een periode die gelijk is aan je gewoonlijke menstruatietijdsduur, was je vervolgens en verricht dan het gebed.” (Moeslim)
Als er onderscheid is tussen de verschillende soorten bloed dan is menstruatiebloed te herkennen aan de bekende donkere kleur en al het andere soort bloed wordt beschouwd als al-istihaadhah. Dit op basis van wat de Profeet (vrede zij met hem) zei tegen Faatimah bint Abi Hoebaish: “Is het menstruatiebloed, dan heeft het de bekende donkere kleur. Onthoudt je dan van het gebed en als het de andere (soort bloed) is, verricht dan de woedoe, want het is niet meer dan een normale bloeding.” (Al-Ierwaa’ van Sheich al-Albaani)
Als de vrouw geen gewoonlijke tijdsduur kent en zij geen onderscheid kan maken tussen de soorten bloed, dan dient zij uit te gaan van de tijdsduur van de vrouwen uit haar familie. Dit op basis van wat de Profeet (vrede zij met hem) zei tegen Hamnah bint Jahsh: “Voorwaar dit is één van de trappen van de shaitan. Ga uit van zes of zeven dagen menstrueren. Was je vervolgens totdat je ziet dat je volledig gereinigd bent, bidt en vast daarna drieentwintig of vierentwintig dagen dat volstaat jou. Doe dit iedere maand aangezien het menstrueren en het weer rein worden van vrouwen verbonden is aan een cyclus.” (Al-Ierwaa’ van Sheich al-Albaani)
De vrouw die te maken heeft met al-istihaadhah
Wat voor een menstruerende vrouw verboden is, is toegestaan voor een Moestahaadah. Zij dient alleen de woedoe te verrichten voor iedere gebed. Dit op basis van wat de Profeet (vrede zij met hem) zei tegen Faatimah bint Abi Hoebaish: “Verricht vervolgens de woedoe voor iedere gebed.” (Sahih Soenan Ibn Maadjah)
Het is ook aanbevolen om de ghoesl te verrichten voor iedere gebed zoals reeds opgemerkt is bij de aanbevolen ghoesl.