De schepping van Aadam en Hawaa
Aadam (vrede zij met hem) is de vader van de gehele mensheid. en heeft zijn naam te danken aan het feit dat hij getint (aadam) van huidskleur was. Er wordt ook verteld dat hij zijn naam te danken heeft aan het feit dat hij uit de buitenkant (adiem) van de aarde is geschapen.
Nadat Allah, de Verhevene, de hemelen en de aarde heeft geschapen, berichtte Hij de Engelen dat Hij een mens uit klei zou scheppen en dat Hij hem tot een Khalifah op aarde zou maken. Er zijn verschillende uitspraken gedaan over de betekenis hiervan. Zo is er gezegd dat hij de Khilaafah van Allah op Zijn aarde zou krijgen om de voorschriften van Allah en Zijn aanbevelingen uit te voeren. Er is ook verteld dat Aadam Khalifah is genoemd omdat hij degenen voor hem, onder wie de djinns opvolgt. Tenslotte is er ook gezegd dat Aadam zelf door anderen zal worden opgevolgd en zijn nakomelingen elkaar op de aarde zullen opvolgen. Met andere woorden, De ene generatie wordt opgevolgd door de volgende tot aan de Dag des Oordeels. Allah heeft gezegd (interpretatie van de betekenis):
“En toen jouw Heer tot de Engelen zei: ,,Waarlijk, Ik zal op de aarde een Khalifah aanstellen.” (Soerat al-Baqarah: 30)
Met andere woorden, Aadam is khalifah (gevolmachtigde). Na dit vers vroegen de Engelen hun Heer en even voor de duidelijkheid. Zij vroegen dit enkel en alleen uit verbazing en om de wijsheid hierachter te bevatten. Het is dus niet dat zij Allah, de Verhevene, tegen spraken. Allah zegt in de Koran (interpretatie van de betekenis):
“Zij zeiden: ,,Gaat U daarop (aarde) iemand aanstellen die daarop verderf zal zaaien en bloed zal vergieten, terwijl wij U roemen met Uw lofprijzing en wij U heiligen?” (Soerat al-Baqarah: 30)
Maar hoe wisten de Engelen dat de mensen op aarde verderf zouden zaaien en bloed vergieten? Het is waarschijnlijk dat Allah hen hierover heeft geïnformeerd of zij hebben dit gezegd op basis van wat zij hebben meegemaakt met de schepping die voor Aadam op de aarde waren. Allah zei tegen de Engelen (interpretatie van de betekenis):
“Waarlijk, Ik weet wat jullie niet weten.” (Soerat al-Baqarah: 30)
Met andere woorden: Allah, de Verhevene, wist dat er uit de mens Boodschappers, Profeten en gehoorzame gelovigen zouden voortkomen. Deze zouden Allah roemen met Zijn lofprijzingen, Hem om vergiffenis vragen en Zijn opdrachten uitvoeren en Zijn wetgeving onderhouden.
Vervolgens heeft Allah de Engelen opgedragen, voordat Aadam werd geschapen, om voor hem te gaan knielen wanneer Allah, de Verhevene, hem (Aadam) zou hebben vervolmaakt en Zijn geschapen Geest in hem zou hebben geblazen. Allah heeft hierover gezegd (interpretatie van de betekenis):
“(Gedenkt) toen jouw Heer tot de Engelen zei: ,,Waarlijk, Ik zal een mens scheppen van klei, uit zwart slijk gevormd. Toen Ik hem vervolmaakt had en Mijn (geschapen) Geest erin geblazen had, toen knielden zij (de Engelen) voor hem. (Soerat al-Hidjr: 28-30)
Vervolgens heeft Allah, de Verhevene, een greep van elke bodemsoort genomen, zoals Allah heeft gezegd:
“En voorzeker, Wij hebben de mens geschapen uit klei, van zwart slijk gevormd.” (Soerat al-Hidjr: 26)
Aadam werd daarna zo gelaten totdat hij droog en hard werd. Allah zegt (interpretatie van de betekenis):
“Hij heeft de mens geschapen van droge klei, als aardewerk.” (Soerat ar-Rahmaan: 14)
Hij was dus net zo hard als het aardewerk, maar was niet van aardewerk want aardewerk (al-Faggaar) is vaste klei dat met vuur wordt afgebakken.
Daarna kwamen zijn nakomelingen i n verschillende kleuren van de aarde waaruit hun vader Aadam is geschapen. De Profeet (vrede zij met hem) zei: “Allah heeft Adam geschapen uit één greep die Hij nam uit de algehele aarde, en daarom kwamen zijn nakomelingen overeen met de verschillen soorten aarden, zo heeft de éne een rode huidskleur en de andere weer een witte en zwarte huidskleur, en zo is de éne makkelijk in zijn karakter en de andere weer moeilijk in zijn karakter.”
Nadat Allah Aadam schiep, liet Hij hem voor een bepaalde tijdsduur liggen in het Paradijs zonder een ziel in hem te blazen. Zo vertelt Anas ibnoe Maalik in Sahih Moeslim dat de Profeet (vrede zij met hem) heeft gezegd: “Nadat Allah Aadam vorm had gegeven, liet Hij hem enige tijd in het Paradijs, waarna Iblies steeds om hem heen liep zichzelf afvragend: ,,Wat is dit?” Toen hij echter zag dat hij een keelgat bezat, wist hij dat het hier om een schepsel ging die zich niet kon inhouden.”
Met andere woorden, hij is niet bestand tegen de aantrekkelijkheden en verlokkingen. Tevens kan hij de influisteringen niet gemakkelijk van zich afslaan. Allah heeft de mens bevoorrecht door hem in de beste en mooiste vorm te scheppen, Allah zegt (interpretatie van de betekenis):
,,Waarlijk, Wij hebben de mens in de beste vorm geschapen.” (Soerat at-Tien: 4)
Ook zei de Profeet (vrede zij met hem): “Allah heeft Aadam geschapen naar Zijn beeld.”
Dit betekent dat Hij Aadam naar Zijn Eigenschappen heeft geschapen, dus ziend, horend en levend zoals Allah dit ook is. Wel moeten wij hierbij zeggen dat de Eigenschappen van Allah niet gelijk zijn aan de eigenschappen van de mens.
Verder zei de Profeet (vrede zij met hem): “En zijn lengte was zestig armlengten.”
Sinds de schepping van Aadam is de lengte van de mens afgenomen tot aan de dag van vandaag. Daarna blies Allah de ziel in Aadam, en ook deze ziel die in Aadam geblazen werd is een schepsel van Allah en dus niet een Eigenschap van Allah. De Profeet (vrede zij met hem) zei: “Toen Allah in Aadam de ziel blies en de ziel zijn hoofd had bereikt, niesde Aadam en zei: ,,Al-Hamdoelillahi Rabil calamien (Alle lof zij Allah, de Heer der Werelden).” Hierop zei Allah tegen hem: ,,Yarhamoek Allah (Moge Allah jou begenadigen).” (Ibnoe Hibaan)
Allah heeft de schepping van Aadam voltooid tijdens het laatste uur van vrijdag. Aboe Hoerayrah overlevert namelijk dat de Profeet (vrede zij met hem) heeft gezegd: “Allah heeft Aadam geschapen op vrijdag na al-cAsr, in het allerlaatste uur op vrijdag tussen al-cAsr en de avond.” (Moeslim)
Daarna posterneerden de Engelen zich voor Aadam, niemand van hen uitgezonderd. Allah zegt (interpretatie van de betekenis):
,,Toen knielden de Engelen allen gezamenlijk.” (Soerat al-Hidjr: 30)
Deze vorm van knielen was als groet bedoeld richting Aadam en niet als aanbidding voor hem. Eén van degenen die ook opgedragen werd te knielen was Iblies. We moeten duidelijk maken dat hij niet één van de engelen was, hij behoorde tot de djinn, zoals Allah in de Koran vermeldt (interpretatie van de betekenis):
“En (gedenkt) toen Wij tot de Engelen zeiden: ,,Knielt jullie eerbiedig voor Aadam neer,” toen knielden zij, behalve Iblies, hij behoorde tot de djinn en hij schond het gebod van zijn Heer.” (Soerat al-Kahf: 50)
Over Iblies zijn verschillende uitspraken gedaan, zo meende een aantal geleerden dat zijn echte naam cAzaazil is. Anderen zeiden dat hij al-Haarith heet en dat zijn roepnaam Aboe Kardoes is. Toen hij ongeloof beging en door Allah uit Zijn Genade verbannen werd, werd hij Iblies (wanhopig) en daar moet deze naam vandaan zijn gekomen, maar dit zijn allemaal uitspraken die ongefundeerd zijn. Dit allemaal is overigens niet van belang. Het belangrijkste is dat Iblies weigerde te knielen voor Aadam en hierdoor vervloekt werd. Allah stelde hem hierop de volgende vraag (interpretatie van de betekenis):
“Hij (Allah) vroeg: ,,Wat hield jou tegen neer te knielen, toen ik het jou beval?” Hij zei: ,,Ik ben beter dan hem (Aadam); U hebt mij uit vuur geschapen terwijl U hem uit aarde heeft geschapen.” (Soerat al-Acraaf: 12)
Natuurlijk wist Allah van tevoren wat het antwoord van Iblies’ zou zijn vandaar dat az-Zadjaadj zegt: “De vraag die Allah aan Iblies stelde was verwijtend en berispend bedoeld, om aan te geven dat Iblies eigenwijs en eigenzinnig was. Zijn eigenzinnigheid heeft hem er toe geleid Allah ongehoorzaam te zijn en hij dacht beter te zijn dan Aadam aangezien hij van vuur was gemaakt en Adam slechts van aarde.” Dit is een misvatting van Iblies zoals Ibnoe Kathier zegt: “Want aarde is juist beter en heeft meer voordelen dan vuur. Aarde staat voor kalmte, groei (van planten), zachtaardigheid. Vuur daarentegen staat voor onbeheersbaarheid, haast en verbranding.
Ook heeft Allah Aadam bevoorrecht boven Iblies door hem met Zijn Eigen Handen te scheppen en een ziel in hem te blazen. Vandaar dat Allah de Engelen beval te knielen voor Aadam. Door het bevel van Allah af te wijzen, verdiende Iblies de eeuwige verbanning uit de Genade van Allah, Hij zegt (interpretatie van de betekenis):
“Hij (Allah) zei: ,,Vertrek uit (het Paradijs), waarlijk, jij bent een vervloekte! En waarlijk, de vervloeking rust op jou tot aan de Dag des Oordeels.” (Soerat al-Hidjr: 33-34)
Daarna vroeg Iblies aan Allah om hem uitstel te geven, waarna Allah hem uitstel gaf tot aan de eerste blaas op de Bazuin. Dan zal hij met de rest van de schepselen sterven. Nadat de Engel voor de tweede keer op de Bazuin zal blazen, zal hij samen met de overige schepselen opgewekt worden. Allah zegt (interpretatie van de betekenis):
“Hij (Iblies) vroeg: ,,Mijn Heer, geef mij uitstel tot de Dag waarop zij zullen worden opgewekt?” Hij (Allah) antwoordde: ,,Waarlijk, jij behoort dan tot hen aan wie uitstel is gegeven. Tot de Dag van de vastgestelde tijd.” (Soerat Sad: 79-81)
Toen Iblies zeker wist dat hij uitstel had gekregen, sprak hij zijn vermaarde woorden waarmee hij aankondigde wraak te zullen nemen op Aadam en zijn nageslacht, hen te doen afdwalen en afstevenen op de Hel, behalve natuurlijk de oprechte dienaren van Allah. Allah zegt (interpretatie van de betekenis):
“Hij (Iblies) zei: ,,Omdat U mij heeft doen dwalen, zal ik hen belemmeren op Uw Rechte Pad. Daarna zal ik zeker tot hen komen, van voor hen en van achter hen en van hun rechterzijde en van hun linkerzijde, en U zult de meeste van hen ondankbaar vinden.” (Soerat Al-Acraaf: 16-17)
Allah reageerde als volgt hierop:
“Hij (Allah) zei: ,,Vertrek hieruit, veracht en verstoten. Wie van hen jou dan volgt: waarlijk, Ik zal de Hel vullen met jullie allen.” (Soerat Al-Acraaf: 16-17)
Degenen die Iblies zullen volgen zijn de zwakkelingen die niet tegen zijn verleidingen bestand zijn. De gelovigen daarentegen die zullen niet ten prooi vallen aan Iblies en zijn leger. Zij laten zich in geen enkel opzicht tot iets verleiden. Over hen zegt Allah (interpretatie van de betekenis):
“En voorzeker, Ons Woord is voorafgegaan aan onze dienaren. Waarlijk, zij zijn het die zeker geholpen zullen worden. Waarlijk, zij zijn Onze legers die zeker de overwinnaars zullen zijn.” (Soerat as-Saaffaat: 171-173)
Vanwege de Genade van Allah richting Zijn dienaren heeft Hij Iblies niet veel macht en vermogen gegeven om zaken te laten gebeuren. Zijn enige wapen is het ‘influisteren’, en daarom zal hij zich op de Dag des Oordeels vrijpleiten van al zijn volgelingen, want hij was niet bij machte om de mensen te dwingen. Het enige waar hij toe in staat is is het influisteren. Het zijn de mensen zelf die zijn influisteringen hebben opgevolgd en naar daden hebben vertaald. Allah zegt (interpretatie van de betekenis):
“En de Shaytaan zei, toen de zaak besloten was: ,,Waarlijk, Allah heeft jullie een ware belofte gedaan, en ik heb jullie een belofte gedaan, maar ik liet jullie in de steek. Ik had geen macht over jullie, behalve dat ik jullie heb geroepen, waarop jullie mij gehoorzaamden, verwijt mij daarom niets! Verwijten jullie jezelf maar. Ik kan jullie niet helpen en jullie kunnen mij niet helpen. Waarlijk, ik verwerp het, dat jullie mij voorheen als deelgenoot (aan Allah) toekenden.” Waarlijk, voor de onrechtplegers is er een pijnlijke bestraffing.” (Soerat Ibraahiem: 22)
Het zijn enkel en alleen zijn influisteringen die ertoe hebben geleid dat onze ouders uit het Paradijs werden gezet, dat Qaabil zijn broer Haabil vermoordde, dat het volk van Noeh (vrede zij met hem) en anderen Shirk begingen en dat de mensen door de eeuwen heen zonden pleegden en nog steeds plegen. Allah zegt (interpretatie van de betekenis):
“Zij aanbidden naast hem slechts afgodsbeelden en zij aanbidden slechts de opstandige Shaytaan. Allah vervloekte hem en hij (Shaytaan) zei: ,,Ik zal van Uw dienaren zeker een bepaald gedeelte nemen. En ik zal hen doen dwalen en ik zal hun ijdelheid opwekken en ik zal hen bevelen de oren van het vee te snijden en ik zal hen bevelen de schepping van Allah te veranderen.” En wie in plaats van Allah de Shaytaan tot beschermer neemt, die zal waarschijnlijk een duidelijk verlies lijden.” (Soerat An-Nisaa’ : 117-119)
======================
De schepping van Aadam en Hawaa deel 2
Nadat Allah Aadam (vrede zij met hem) had geschapen, leerde Hij hem de namen van alle zaken. Daarna toonde Allah al deze zaken aan de Engelen en vroeg of zij bekend waren met de namen hiervan. Toen zij aangaven hiermee niet bekend te zijn, droeg Allah Aadam op deze dingen bij hun naam te noemen. Hieruit kunnen wij opmaken dat Aadam enig voordeel geniet in vergelijking met de rest van de schepselen, namelijk het voordeel van kennis. Allah zegt (interpretatie van de betekenis):
“En Hij onderwees Aadam de namen van alle zaken en vervolgens toonde Hij deze aan de Engelen en zei: ,,Noem Mij de namen van deze zaken, als jullie waarachtigen zijn.” Zij zeiden: ,,Heilig bent U, wij hebben geen kennis, behalve wat U ons onderwezen hebt, voorwaar, U bent de Alwetende, de Alwijze.” Hij zei: ,,O Aadam, noem hen de namen ervan.” En toen hij hen de namen ervan had genoemd, zei Hij: ,,Zei ik jullie niet, dat ik het verborgene van de hemelen en de aarde ken, en weet wat jullie openlijk doen en wat jullie pleegden te verbergen?”
(Soerat al-Baqarah: 31-33)
Ook leerde Allah Aadam de Islamitische groet. Aboe Hoerayrah overlevert dat de Profeet (vrede zij met hem) heeft gezegd: “Allah heeft Aadam geschapen naar zijn beeld (m.a.w. naar zijn eigenschapen) en zijn lengte bedroeg zestig armlengte. Nadat Allah hem had geschapen, zei Hij tegen hem: ,,Ga en groet die verzameling Engelen die daar zitten, en luister hoe zij jou teruggroeten, want dat zal de groet zijn van jou en je nageslacht. Aadam groette hierop de Engelen, zeggende: ,,As-Salaamoe calaykoem (vrede zij met jullie).” Waarna de Engelen zeiden: ,,Wa as-Salaamoe calayka wa rahmatullah (en vrede zij met jou en de Genade van Allah).” (al-Boechari)
Daarna schiep Allah de vrouw voor Aadam om rust bij haar te vinden en om samen een nageslacht voort te brengen dat de aarde zal bewonen. Dit nagelacht zal bestaan uit een groep die bestemd is voor het Paradijs en een groep die bestemd is voor de Hel. De vrouw die Allah voor Aadam schiep heette Hawaa’ en zij kwam voort uit één van de ribben van Aadam (vrede zij met hem), Allah zegt (interpretatie van de betekenis):
“O mensen, vreest jullie Heer Die jullie schiep uit één enkele ziel (en die) daaruit zijn echtgenote schiep en uit hen beiden vele mannen en vrouwen deed voortkomen”(Soerat an-Nisaa’: 1)
Ook zei de Profeet (vrede zij met hem): “De vrouw is geschapen uit een rib.”
En zelfs in de Bijbel wordt deze gebeurtenis in details besproken, zo staat er: “Daarom deed God Adam in een diepe slaap vallen, en terwijl hij sliep, nam hij één van zijn ribben en sloot toen het vlees over die plaats toe, Daarna bouwde God de rib die hij uit Adam had genomen tot een vrouw en bracht haar tot mens…” (Genesis: 2 / 24)
Allah liet vervolgens Aadam en Hawaa’ het Paradijs bewonen en hij stond hen al datgene wat zich daarin bevond toe behalve één boom. Zij mochten niet van deze éne boom eten, anders zouden zij uitputting en vermoeidheid kennen. En dit bevel van Allah was bedoeld als toetsing voor Aadam. Allah zegt (interpretatie van de betekenis):
“En wij zeiden: ,,O Aadam, verblijf in het Paradijs, jij en je vrouw, en eet daaruit overvloedig, zoals jullie willen, maar nadert deze boom niet, anders zullen jullie tot de onrechtplegers behoren.” (Soerat al-Baqarah: 35)
Iblies die afgunst koestert tegenover Aadam, wilde de zaak niet laten rusten. Het was tenslotte diezelfde Aadam die ervoor gezorgd had dat hij uit de Genade van Allah was gevallen. Dus hij probeerde Aadam in de val te lokken, Allah zegt (interpretatie van de betekenis):
“Toen fluisterde de shaytaan hen in om te onthullen wat er van hun schaamte bedekt was, en hij zei: ,,Jullie Heer houdt jullie slechts van deze boom af omdat jullie anders Engelen worden, of dat jullie tot de eeuwiglevenden zullen behoren.” En hij bezwoer hen: ,,Waarlijk, ik behoor voor jullie zeker tot de raadgevers.” (Soerat al-Acraaf: 20-21)
En zo werden Aadam en Hawaa’ bedrogen en slaagde Iblies erin om Aadam en zijn vrouw in de zonde te doen vervallen. Allah zegt (interpretatie van de betekenis):
“Vervolgens aten zij ervan, zodat hun intieme lichaamsdelen ontbloot werden en zij begonnen zich te bedekken met bladeren van het Paradijs; en zo was Aadam zijn Heer ongehoorzaam en dwaalde hij.” (Soerat Taa Haa: 121-122)
Onze ouders werden dus overrompeld toen zij voor het eerst hun intieme geslachtdelen zagen. En hun menselijke aard dreef hen ertoe zich te bedekken met de bladeren van de bomen. Het is Iblies die de mensen hun schaamtegevoel wil ontnemen en hen aanspoort om hun aantrekkelijkheden te tonen.
In het Oude Testament staat vermeld dat Hawaa’ degene is geweest die als eerste van de boom heeft gegeten: ,,Dientengevolge zag de vrouw dat de boom goed was tot voedsel en dat hij iets was waarnaar het verlangen der ogen uitging, ja, de boom was begeerlijk om naar te kijken. Zij nam dan van zijn vrucht en ging ervan eten. Daarna gaf zij er ook van haar man. Toen deze bij haar was, en hij ging ervan eten. Toen werden de ogen van hen beiden geopend en zij gingen beseffen dat zij naakt waren. Zij naaiden daarom vijgebladeren aan elkaar en maakten zich lendenbedekkingen.” (Genesis: 3 / 6-7)
En wellicht dat onze Profeet (vrede zij met hem) ook hiernaar refereerde toen hij zei: “Als Hawaa’ het niet was geweest, dan zou een vrouw nooit haar man bedriegen.” (al-Boechari)
Ibnoe Hadjar zegt het volgende in reactie op deze overlevering: “Met het woord ‘bedriegen’ wordt hier niet overspel bedoeld, Allah behoede! Maar toen Hawaa’ gehoor gaf aan haar verlangen om van de boom te eten en Aadam ook tot eten verleidde, werd dit als bedrog beschouwd. Wat betreft de vrouwen die daarna zijn gekomen, hun bedrog heeft verschillende gedaantes aangenomen.” (Fath ul-Baari)
Omdat Islamitisch gezien niemand het recht heeft om een ander te gehoorzamen wanneer hij hiermee Allah ongehoorzaam is, werden zij hiervoor beiden gestraft. Daarom geeft Allah in de Koran te kennen dat zowel Aadam als Hawaa’ schuldig zijn bevonden en Hij schreef de zonde ook toe aan Aadam. Terwijl in de Bijbel slechts wordt gesproken over het straffen van Hawaa’ alleen: “Tot de vrouw zei Hij: ,,Ik zal de smart (lichamelijke pijn) van uw zangerschap zeer doen toenemen; met barensweeën zult gij kinderen voortbrengen, en uw sterke begeerte zal naar uw man uitgaan, en hij zal over u heersen. En tot Adam zei hij: ,,Omdat gij naar de stem van uw vrouw hebt geluisterd en van de boom zijt gaan eten waaromtrent ik u geboden had: Gij moogt daarvan niet eten, is de aarde vanwege jou vervloekt. Met smart zult gij de opbrengst ervan eten al de dagen van uw leven. En doornen en distels (planten met stekelige stengels) zal hij u voortbrengen en gij moet de plantengroei van het veld eten. In het zweet van uw aangezicht zult gij brood eten, totdat gij tot de aardbodem terugkeert, want daaruit werdt gij genomen. Want stof zijt gij en tot stof zult gij terugkeren.” (Genesis: 3 / 16-19)
Nu wil ik overgaan tot het voordragen van een aantal gebeurtenissen die plaats zouden hebben gevonden in de tijd van Aadam (vrede zij met hem), maar die niet op bewijzen berusten vanuit de Koran of de correcte overleveringen van de Profeet (vrede zij met hem). Zo zou Aadam door Allah opgedragen zijn om het Heilige huis (Ka3bah) te bouwen en ook werd hem daarna geleerd hoe hij de Haddj moest verrichten. Ook is gezegd dat Allah een robijn uit de hemel heeft doen nederdalen en deze vervolgens op de plaats van de Kacbah plaatste zodat Aadam daaromheen de ommegang kon verrichten. En toen Allah besloot het volk van Noeh (vrede zij met hem) te verdelgen, haalde Hij deze robijn naar boven. En na de komst van Ibraahiem (vrede zij met hem), wees Allah Ibraahiem naar de plaats van de Kacbah.
Er hebben zich toentertijd bepaalde gebeurtenissen voorgedaan die door de Koran wel zijn bevestigd en één van de meest belangrijke verhalen die zich toen heeft voorgedaan is het verhaal tussen Qaabil (Kaïn) en Haabil (Abel), Allah zegt (interpretatie van de betekenis):
“Vertel hen de waarheid over het verhaal over de twee zonen van Aadam: toen zij een offer brachten, werd het van één van hen aanvaard en van de ander werd het niet aanvaard. Hij zei: ,,Ik zal je doden.” Hij zei: ,,Waarlijk, Allah aanvaardt alleen het offer van de godsvruchtigen.” (Soerat al-Maa’idah: 27)
Haabil was een man van godsvrucht en rechtschapenheid en daarom wilde hij zijn broer geen kwaad aandoen, zelfs niet toen zijn broer aankondigde hem te willen te doden. Allah zegt (interpretatie van de betekenis):
“Wanneer jij je hand naar mij uitstrekt om mij te doden: het is niet aan mij om mijn hand naar jou uit te strekken om jou te doden, waarlijk, ik vrees Allah, de Heer van de Werelden.” (Soerat al-Maa’idah: 28)
Qaabil daarentegen die kende geen godsvrucht en deinsde er niet voor terug zijn broer te doden. Hij was dan ook de eerste die het misdrijf van doodslag heeft geintroduceerd. Allah zegt (interpretatie van de betekenis):
“Toen zette hij zich ertoe aan om zijn broeder te doden en hij doodde hem, en zo werd hij één van de verliezers.” (Soerat al-Maa’idah: 30)
Ook zei de profeet (vrede zij met hem): “Er is geen leven dat ten onrechte wordt ontnomen, of de zoon van Aadam zal een deel van de schuld moeten dragen, want hij was de eerste die het misdrijf van doden heeft geintroduceerd.” (Moeslim)
Qaabil, die zijn broer had gedood, was overigens niet bekend met het ritueel van begraven en wist daarom niet wat hij met het lijk van zijn broer moest doen. Er is zelfs gezegd dat hij veertig dagen lang rond heeft gelopen met het lijk van zijn broer totdat Allah twee raven zond die met elkaar begonnen te vechten, waarna één van hen de ander doodde en vervolgens een gat in de grond maakte en de ander begroef. Allah zegt (interpretatie van de betekenis):
“Toen stuurde Allah een raaf, die over de grond kraste om hem te laten zien hoe hij het lichaam van zijn broeder kon bedekken. Hij zei: ,,Wee mij! Waarom ben ik zo zwak dat ik niet net zoals de raaf het lichaam van mijn broeder kan bedekken?” En zo werd hij van hen die wroeging (zelfverwijt) hebben.” (Soerat al-Maa’idah: 31)
Wat betreft de dood van Aadam, de authentieke overleveringen leren ons dat Aadam op een vrijdag is overleden. Er wordt beweerd dat zijn zoon Seth het dodengebed voor hem heeft verricht waarbij hij dertig keer Takbier (het zeggen van ‘Allahoe Akbar’) heeft verricht. Ook is gezegd dat Hawaa’ een jaar later is overleden en naast hem werd begraven. Anderen menen weer beweren dat Adam in Mekka is begraven. Maar dit zijn allemaal zaken die niet terug te herleiden zijn naar de correcte overleveringen.
Onze Profeet (vrede zij met hem) heeft tijdens zijn nachtreis kennis gemaakt met zijn vader Aadam, zo overlevert al-Boechari en Moeslim dat de Profeet (vrede zij met hem) Aadam ontmoette in de eerste hemel… Hij (Aadam) zei tegen de Profeet (vrede zij met hem): “Welkom, goede Profeet en goede zoon.” Hierop vroeg de Profeet aan Djibriel (vrede zij met hem): “Wie is deze man?” Toen zei Djibriel: “Dit is Aadam (vrede zij met hem).”
En tot slot vragen wij Allah om ons al-Firdaus (het hoogste Paradijs) te doen binnentreden en vrede en zegeningen zij met onze Profeet.