Ahmadiyyah en haar leugens over ALLAH
Alle lof zij Allah en vrede en zegeningen zij met Zijn Boodschapper.
Naar aanleiding van wat ons ter oren is gekomen via de Nederlandse media inzake de nieuwste Koranvertaling met een eigentijdse, verdraaide en bedrieglijke uitleg van de Ahmadiyyah-beweging, waarin zij openlijk leugens verspreiden over Allah, willen wij graag reageren. Temeer dit niets anders is dan een openlijke poging de waarheid over de Islam te vertekenen, om zodoende de volgelingen van de Islam in Nederland te misleiden en enkele mensen die haatdragend zijn tegenover de Islam te behagen.
Wij zien het als onze plicht deze vertekende vertaling en interpretatie van de Koran te onthullen en een licht te werpen op een aantal werkelijkheden hieromtrent voor onze broeders en zusters in de Islam en voor eenieder die de waarheid zoekt.
Ten eerste:
De Ahmadiyyah-beweging is op basis van consensus onder de moslimgeleerden een groepering die buiten de Islam valt. Zij dragen het kleed van de Islam, maar in feite zijn zij uit op het vernietigen van de fundamenten van de Islam. Dit sinds de dag dat zij zijn opgericht zo’n anderhalf eeuw geleden door Mirza Ghoelaam Ahmad. Op basis hiervan alleen al zijn zij alleszins ongeschikt en onbetrouwbaar als het gaat om het interpreteren van de Koran.
Onder hun voornaamste overtuigingen, die in strijd zijn met de Islamitische geloofsovertuiging, vinden wij hun weigering de Profeet Mohammed ibnoe cAbdillah, de Qoerayshiet, de Haashimiet te erkennen als zijnde de laatste der Profeten en Boodschappers, en de bewering dat Mirza Ghoelaam Ahmad al-Qadiaaniy al-Hindy een profeet was die openbaringen ontving. Dit is een duidelijke verloochening van de volgende Woorden van Allah (interpretatie van de betekenis):
“Moehammad is niet de vader van één van jullie mannen, maar hij is de Boodschapper van Allah en de laatste der Profeten.” (Soerat Moehammad: 40)
Verder is het een verloochening van de Profeet Mohammed (vrede zij met hem), die zei: “Ik ben de laatste der Profeten. Na mij komt er geen profeet meer.”
Het is niet toegestaan voor de moslim om de door hen geslachte dieren te eten, met hun vrouwen te huwen, het gebed in hun moskeeën of achter hen te verrichten. Noch is het toegestaan hun boeken te lezen, behalve in het geval dat dit bedoeld is hun verzinselen over de Islam te weerleggen.
Ten tweede:
Allah heeft voor ons het geloof vervolmaakt en Zijn Gunst voor ons volledig gemaakt. Derhalve is niets toegestaan, behalve datgene wat Hij heeft toegestaan en is niets verboden, behalve wat Hij heeft verboden. Buiten datgene wat Hij heeft voorgeschreven in Zijn Boek en bij monde van Zijn Boodschapper Mohammed (vrede zij met hem), bestaat er geen geloof. Wie met Allah, wat betreft deze zaken, wenst te wedijveren heeft ongeloof begaan. Allah, de Verhevene, zegt (interpretatie van de betekenis):
“Vandaag heb Ik jullie godsdienst vervolmaakt en heb Ik Mijn Gunst voor jullie volledig gemaakt en ben Ik tevreden met de Islam als godsdienst voor jullie.” (Soerat al-Maa’idah: 3)
“En Hij laat niet één deelgenoot in Zijn Oordeel toe.” (Soerat al-Kahf: 26)
“Vervolgens plaatsten Wij jou (O Mohammed) op een juiste Weg van de godsdienst. Volg deze dan en volg niet de begeerten van degenen die niet weten.” (Soerat al-Djaathiyah: 18)
“En Voorwaar, de satans fluisteren hun vrienden in om met jullie te redetwisten en als jullie hen gehoorzamen, dan zullen jullie zeker veelgodenaanbidders zijn.” (Soerat al-Ancaam: 121)
Met andere woorden door hen te volgen in datgene wat zij toegestaan verklaren, terwijl Allah dit verboden heeft gemaakt en andersom. Dit is nu precies wat de Ahmadiyyah-beweging vandaag de dag probeert te doen met haar nieuwe vertaling van de Koran.
Ten derde:
Als de djinn en de gehele mensheid zich zouden verenigen om te komen met het gelijke aan de Koran, dan zouden zij hierin niet slagen. Dit omdat de Koran het Woord van Allah is, dat vrij is van elke tekortkoming en een wonder op zich is. Allah, de Verhevene, zegt (interpretatie van de betekenis):
“Zeg (O Mohammed): ,,Als de mensen en de djinn zich zouden verzamelen om met het gelijke van deze Koran te komen, dan kunnen zij niet met het gelijke hieraan komen, zelfs al zouden zij elkaar tot hulp zijn.” (Soerat al-Israa’: 88)
Zelfs als zij pogen om de betekenissen van de woorden van de Koran te verdraaien en zijn waarheden te verdoezelen, dan zullen al hun inspanningen op niets uitlopen. Dit omdat Allah het waken over de Koran aan geen van Zijn schepselen heeft overgelaten, maar Zichzelf hierover als Waker heeft aangesteld. Hij zegt (interpretatie van de betekenis):
“Waarlijk, Wij zijn het Die de Vermaning hebben neergezonden. En waarlijk, Wij zijn daarover zeker de Wakers.” (Soerat al-Hidjr: 9)
“De valsheid bereikt hem (de Koran) niet, niet van voren en niet van achteren. Het is een neerdaling van de Allerwijze, de Geprezene.” (Soerat Foessilat: 42)
Wij zij er dan ook van overtuigd dat deze leugenachtige zwendelaars, die het lef hebben om de Woorden van Allah te verdraaien, niets anders zullen oogsten dan bittere teleurstelling en onherstelbaar verlies zullen lijden in dit wereldse leven alvorens het Hiernamaals. Allah zegt (interpretatie van de betekenis):
“O wee zij die de schrift met hun eigen handen schrijven en vervolgens zeggen: ,,Dit is afkomstig van Allah.” Om het te verruilen voor iets van geringe waarde. O wee zij vanwege wat hun handen geschreven hebben en O wee zij vanwege wat zij verrichtten.” (Soerat al-Baqarah: 79)
“Waarlijk, degenen die over Allah de leugen verzinnen, zullen niet welslagen. (Dat is) een kleine genieting en voor hen is er een pijnlijke bestraffing.” (Soerat an-Nahl: 116)
Ten vierde:
Het is de plicht van alle Islamitische organisaties en personen in Nederland alle toegestane middelen aan te wenden om deze misdadige handeling van de Ahmadiyyah-beweging te bestrijden en hun valse interpretatie van de Koran af te keuren. Dit om zo de waarheid te verduidelijken en onze plicht tegenover Allah te vervullen.
Ten vijfde:
Het is voor de moslims verboden om deze valse interpretatie van de Koran te kopen, verkopen en distribueren. Dit leidt immers tot het doen afdwalen van de moslims, het verspreiden van de valsheid en het bijdragen aan de zonde. Allah zegt (interpretatie van de betekenis):
“En helpt elkander niet in (het begaan van) de zonde en agressie.” (Soerat al-Maa’idah: 2)
Verder is het zelfs verboden om het aan te nemen als het gratis wordt aangeboden, behalve voor de bezitters van kennis die op de hoogte wensen te raken van de onwaarheden en leugens die daarin staan vermeld.
Tot slot vragen wij Allah, de Verhevene, om ons te leiden naar de waarheid en om ons weg te houden van de valsheid. Ook vragen wij Hem om ons te helpen bij het leren, reciteren en volgen van en het handelen naar de Koran.
En vrede en zegeningen zij met de Boodschapper van Allah.