Zeven die door Allah van schaduw voorzien worden
Tot de zeven mensen die door Allah van schaduw voorzien worden op de Dag dat er geen schaduw is behalve zijn schaduw behoort: “Een man die door een aantrekkelijke vooraanstaande vrouw uitgenodigd wordt om overspel te plegen, maar antwoordt: ,,Waarlijk, ik vrees Allah.”
Een vrouw liep eens af op één van de rechtschapen personen en fluisterde hem in om voor één keer overspel met haar te plegen en vervolgens direct berouw te tonen. Op dat moment stond er een brandende olielamp voor de man. De man zei: “O Nafs van mij, ik zal mijn vinger in dit vuur stoppen en als jij dit kan verdragen dan zal ik je in staat stellen om te doen wat je wilt. Vervolgens stopte hij zijn vinger in het vuur en al snel trok hij in een reflex zijn vinger terug vanwege de hitte. Waarna hij zei: “O Nafs van mij, jij hebt dit wereldse vuur niet eens kunnen verdragen terwijl het Vuur in het Hiernamaals zeventig keer heter is. Hoe zul je dan in staat zijn om de Bestraffing van Allah, de Verhevene, te kunnen verdragen?” ‘Ictiraafaat cAashiq’ van Sheich Mohammed al-cAriefie
Een arme jongeman werkte als venter. Op een dag kwam hij voorbij een huis waaruit een vrouw naar buiten keek. Zij vroeg hem om naar binnen te komen om zijn handelswaar te bekijken. Toen hij eenmaal binnenkwam deed zij de deur achter hem op slot en nodigde hem uit om overspel met haar te plegen. De man begon tegen haar te schreeuwen. Waarop de vrouw zei: “Bij Allah, of je doet wat ik van je vraag of ik zal het uitschreeuwen. Als de mensen zich dan verzamelen zal ik hun wijsmaken dat jij mijn huis bent binnengedrongen om mij te onteren. Dan rest jou geen ander lot dan de dood of de gevangenis.” Hij probeerde haar te vermanen en aan Allah te herinneren, maar tevergeefs. Toen hij merkte dat zij vastberaden was vroeg hij: “Laat mij dan tenminste naar het toilet gaan om mij op te frissen?” Zij gaf hem toestemming en hij vertrok naar het toilet. In het toilet deed hij de poepdoos open, nam hieruit een handvol ontlasting en begon zichzelf en zijn kleren hiermee in te smeren. Daarna stapte hij op haar af. Toen zij hem zag begon zij te schreeuwen, gooide zijn handelswaar naar hem toe en joeg hem het huis uit.
Huiswaarts werd hij achtervolgd door kleine kinderen die hem toeschreeuwden: “Dwaas, dwaas.” Eenmaal thuis aangekomen verwijderde hij de ontlasting van zijn kleding en waste zich. Sindsdien rook hij tot aan zijn dood van nature naar de lekkerste muskus die er bestaat.”
Mawaacid van Ibn Djawziy