Bij het verlaten van de moskee
21. In de Naam van Allah, en moge de vrede en zegeningen over de Boodschapper van Allah. O Allah, ik vraag om Uw gunst, O Allah, bescherm mij tegen Shaytan de verworpene. [1].
“بٍسْمِ الله وَ الصَّلاَةُ وَ السَّلاَمُ عَلَى رَسُولِ الله, اللَّهُمَّ إِنِّي أَسْأَلُكَ مِنْ فَضْلِكَ, اللَّهُمَّ اعْصِمْنِي مِنَ الشَّيْطَانِ الرَّجِيم.”
“Bismiellaahie wa ssalaatoe wa ssalaamoe ‘ala rasoelie llaah, Allaahoemma iennie as-aloeka mien fadlieka, Allaahoemma ‘esimnie mina sshaytaanie rradjiem”.
[1] Moesliem 1/494. Er is ook een overlevering in Soenan Ibn Maadjah (1/128-9) op het gezag van Fatima (moge Allah tevreden zij met haar zijn): “O Allah, vergeef mijn zonden en open voor mij de deuren van Uw genade.”