vrijdag , november 22 2024
Home | Artikelen | Voor de dode bij het begrafenisgebed

Voor de dode bij het begrafenisgebed

Voor de dode bij het begrafenisgebed

156. O Allah, vergeef hem, schenk Uw genade aan hem, geef hem kracht en aanvaard zijn berouw. Geef hem een voortreffelijke eindbestemming en maak zijn ingang naar (het graf) wijd, reinig hem met water, sneeuw en hagel en zuiver hem van zijn zonden zoals witte kleding gezuiverd wordt van vlekken. Geef hem een beter onderkomen dan dat hij heeft gekend en een betere familie dan die hij heeft gekend en een betere partner dan zijn partner op aarde. Neem hem op in het Paradijs en bescherm hem tegen de bestraffing van het graf [en tegen de bestraffing van het Hellevuur]. [1].

“اللَّهُمَّ اغْفِرْ لَهُ وَ ارْحَمْهُ, وَ عَافِهِ وَ اعْفُ عَنْهُ, وَ أَكْرِمْ نُزُلَه, وَ وَسِّعْ مُدْخَلَه, وَ اغْسِلْهُ بِالْمَاءِ وَ الثَّلْجِ وَ الْبَرَد, وَ نَقِّهِ مِنَ الْخَطَايَا كَمَا يُنَقَّى الثَّوْبُ مِنَ الدَّنَس, وَ أَبْدِلْهُ دَارًا خَيْرًا مِنْ دَارِه, وَ أَهْلاً خَيْرًا مِنْ أَهْلِهْ, وَ زَوْجًا خَيْرًا مِنْ زَوْجِهِ, وَ أَذْخِلْهُ الْجَنَّةَ وَ أَعِذْهُ مِنْْ عَذَابِ الْقَبْرِ, [وَ عَذَابِ النَّارْ]”.

“Allaahoemma ghfier lahoe warh’amhoe wa ‘aafiehie wa’foe ‘anhoe, wa akriem noezoelahoe, wa wassie’ moedkhalahoe waghsielhoe bielmaa-ie watthaldjie walbarad, wa naqqiehie miena al-khaataayaa kamaa naqqayta atthawba al-abyada miena addanas, wa abdielhoe daaran khayran mien daarieh, wa ahlan khayran mien ahlieh, wa zawdjan khayran mien zawdjieh, wa adkhielhoe al-djannata wa a’iedh-hoe mien ‘adhaabie al-qabr, [wa ‘adhaabie annaar]”.

157. O Allah, vergeef de levenden en de doden, degenen die bij ons zijn en degenen die al heen zijn gegaan, onze jongeren en onze ouderen, mannen en vrouwen. O Allah, aan wie U ook maar leven geeft onder ons, geef hem een leven in de Islaam en wie U ook maar van ons wegneemt, neem hem weg in het geloof. O Allah, onthoud ons niet van zijn beloning en laat ons niet dwalen na hem. [2].

“اللَّهُمَّ اغْفِرْ لِِحَيِّنَا, وَ مَيِّتِنَا, وَ شَاهِدِنَا, وَ غَائِبِنَا, وَ صَغِيِرِنَا وَ كَبيرِنَا, وَ ذَكَرِنَا وَ أُنْثَانَا. اللَّهُمَّ مِنْ أَحْيَيْتَهُ مِنَّا فَأَحْيِهِ عَلَى الإِسْلاَم, وَ مِنْ تَوَفَّيْتَهُ مِنَّا فَتَوَفَّهُ عَلَى الإِيمَانْ, اللَّهُمَّ لاَ تَحْرِمْنَا أَجْرَهُ وَ لاَ تُضِلَّنَا بَعْدَه.”

“Allaahoemma ghfier lieh’ayyiena, wa mayyietiena, wa shaa-hiediena, wa ghaa-iebiena, wa saghieeriena wa kabieeriena, wa dhakariena wa oenthaana. Allaahoemma men ah’yaytahoe miennaa fa ah’yiehie ‘ala al-islaam, wa men tawaffaytahoe mienna fatawwafahoe ‘ala al-ieemaan, Allaahoemma laa tah’riemna adjrahoe wa todhiellana ba’dah”.

158. O Allah, waarlijk, (naam van de persoon noemen) is onder Uw bescherming en dicht bij U. Bescherm hem tegen de beproeving van het graf en tegen de bestraffing van het Hellevuur. U bent de Beschermer van betrouwbaarheid en de waarheid. Vergeef hem en heb genade met hem. Waarlijk U bent de meest Vergevensgezinde, meest Genadevolle. [3].

“اللَّهُمَّ إِنَّ فُلاَنَ بْنَ فُلاَنٍ فِي ذِمَّتِكَ, وَ حَبْلِ جِوَارِكَ, فَقِهِ مِنْ فِتْنَةِ الْقَبْرِ وَ عَذَابِ النَّار, وَ أَنْتَ أَهْلُ الْوَفَاءِ وَ الْحَقِّ. فَاغْفِرْ لَهُ وَ ارْحَمْهُ إِنَّكَ أَنْتَ الْغَفُورُ الرَّحِيم.”

“Allaahoemma ienna foelaana bna foelaanien fie dhiemmatieka, wa h’ablie djiewaarieka, faqiehie mien fietnatie al-qabrie wa ‘adhaabie annaar, wa anta ahloe al-wafaa-ie wal-h’aq. Faghfier lahoe warh’amhoe iennaka anta al-ghafoeroe arrahieem”

159. O Allah, Uw dienaar en het kind van Uw dienares, heeft behoefte aan Uw genade en U bent vrij om hem te betraffen. Als hij vroom was, vergroot dan zijn beloning en als hij heeft gezondigd, vergeef hem dan. [4].

“اللَّهُمَّ عَبْدِكَ وَ بْنُ أَمَتِكَ احْتَاجَ إِلَى رَحْمَتِكَ, وَ أَنْتَ غَنِّيٌّ عَنْ عَذَابِهِ, إِنْ كَانَ مُحْسِنًا فَزِدْ فِي حَسَنَاتِهِ وَ إِنْ كَانَ مُسِيئًا فَتَجَاوَزْ عَنْه.”

“Allaahoemma ‘abdoeka wabnoe amatieka h’taadja ielaa rah’matiek, wa anta ghanieyyoen ‘an ‘adhaabieh, ien kaana moh’sienan fazied fie h’asanaatieh, wa ien kaana moesiee-an fatadjaawaz ‘anh”

[1] Moesliem 2/663.
[2] Ibn Maadjah 1/480, Ahmad 2/368 en zie sah’ih’ Ibn Maadjah 1/251.
[3] Sah’ih’ Ibn Maadjah 1/251 en Aboe Daawoed 3/211.
[4] Overgeleberd door Al-H’aakiem en authentiek verklaard door Ad-dhahabie 1/359. Zie ook Ah’kaam Al-Djanaa-iez blz.125 van Al-Albaanie.

Check Also

Hoe prees de profeet Allah?

Hoe prees de profeet Allah? 266. ‘Abdoellah ibn ‘Oemar (moge Allah tevreden met hen zijn) heeft …