Tegen het verafschuwen van de zogenaamde slechte voortekenen.
122. 205. O Allah, er zijn geen voortekenen dan Uw voortekenen. Geen goedheid dan Uw goedheid. Er is geen god naast U. [1].
“اللَّهُـمَّ لاَ طَيْـرَ إِلاّ طَيْـرُكَ، وَلاَ خَـيْرَ إِلاَّ خَـيْرُكَ، وَلا إِلهَ غَيْـرُكَ.”
“Allaahoemma laa thayra iella thayroek, wa laa khayra iella khayroek, wa laa ielaaha ghayroek”.
[1] Ahmad 2/220, Ibn As-Soennie (nr. 292). Zie ook Al-Albaanie, Sielsielatoe l-ah’aadieth As-Sah’ih’ah 3/54, (nr. 1065). Als er goede voortekenen waren, dan plezierde dit de profeet en wanneer hij goede woorden van iemand hoorde dan zei hij: “Wij hebben een goed voorteken van jou vernomen”. Aboe Daawoed, Ahmad, authentiek verklaard door Al-Albaanie in Sielsielatoe l-ah’aadieth As-Sah’ih’ah 2/363