De Wijsheden achter het Vasten
Door de nobele Shaykh
al-Imaam Aboe ‘Abdillaah Mohammad ibn Saalih al-‘Oethaymien
– moge Allah hem genadig zijn –
* Het is een aanbidding voor Allah, waarmee de dienaar dichter bij zijn Heer komt, door de zaken waar hij van houdt te laten. Zaken zoals voedsel, drinken en geslachtsgemeenschap. Hierdoor wordt de oprechtheid van zijn geloof duidelijk, de perfectie van zijn aanbidding van Allah, de sterkte van zijn liefde voor Allah en de hoop die hij heeft voor hetgeen zich bij Hem bevindt. De mens laat namelijk niet iets waar hij van houdt, behalve voor een zaak die hij belangrijker vindt dan datgene waar hij van houdt. Als de gelovige dus weet dat de tevredenheid van Allah bereikt kan worden door te vasten en de verlangens te laten die hij van nature heeft, dan zal hij de tevredenheid van zijn Heer verkiezen boven zijn verlangens. Hij zal zijn verlangens dan laten, hoe erg zijn drang ernaar ook is, omdat zoetheid en de rust van zijn ziel zich bevindt in het laten van al die zaken voor Allah, de Almachtige en Majesteitelijke. Dit is de reden dat vele gelovigen, als zij geslagen zouden worden of gevangen zouden worden genomen zodat zij hun vasten tijdens één dag van de Ramadaan zouden verbreken zonder geldige reden, zij dit niet zouden doen. Deze wijsheid is de meest perfecte en grootste wijsheid achter het vasten.
* Het is een manier om vrees voor Allah (Taqwaa) te verkrijgen, zoals Allah, Verheven is Hij, en vrij van elke tekortkoming, heeft gezegd:
يأَيُّهَا الَّذِينَ ءَامَنُواْ كُتِبَ عَلَيْكُمُ الصِّيَامُ كَمَا كُتِبَ عَلَى الَّذِينَ مِن قَبْلِكُمْ لَعَلَّكُمْ تَتَّقُونَ
‘O jullie die geloven, het vasten is jullie voorgeschreven, zoals het ook degenen vóór jullie was voorgeschreven, opdat jullie Godsvrees zullen verkrijgen.’
(Soerah al-Baqarah: 183).
De vastende is namelijk bevolen om daden van gehoorzaamheid te verrichten en daden van ongehoorzaamheid te vermijden, zoals de Profeet – sallallahoe ‘alayhi wa sallam – heeft gezegd:
منْ لَم يَدعْ قول الزورِ والعملَ به والجَهلَ فليس لله حاجةٌ في أنْ يَدعَ طعامَه وشرابَه
‘Degene die valse praat, het handelen ernaar en onwetendheid(1) niet laat, Allah heeft er geen behoefte aan dat hij zijn voedsel en drinken laat.’(2)
Tevens is het zo dat als de vastende vast en hij een zonde wil verrichten, hij zich zal herinneren dat hij vast, waardoor hij deze zonde niet zal verrichten. Dit is de reden dat de Profeet – sallallahoe ‘alayhi wa sallam – de vastende heeft bevolen om tegen degene die hem uitscheldt of beledigt te zeggen: ‘Ik ben vastende’. Dit dient als een waarschuwing voor die persoon, dat een vastende bevolen is om weg te blijven bij het uitschelden en beledigen en als een herinnering voor de vastende dat hij vast, waardoor hij niet zal terugschelden of beledigen.
* Het hart wordt verruimd voor het nadenken en gedenken. Dit komt omdat het vervullen van de verlangens een oorzaak is voor onachtzaamheid. Het kan zelfs zo zijn dat het hart zich verhardt en blind raakt voor de waarheid. Dit is de reden dat de Profeet – sallallahoe ‘alayhi wa sallam – ons heeft geleid naar het minderen van eten en drinken. Hij – sallallahoe ‘alayhi wa sallam – heeft gezegd:
مَا مَلأ ابنُ آدمَ وِعَاءً شرّاً من بطنٍ، بحَسْبِ ابن آدمَ لُقيْماتٌ يُقمن صُلْبَه، فإِن كان لا مَحالَةَ فَثُلثٌ لطعامِه وثلثٌ لشرابه وثلثٌ لنفسِهِ
‘De zoon van Aadam heeft geen slechter vat gevuld dan zijn maag. Een paar happen zijn genoeg voor de zoon van Aadam om zijn ruggengraat recht te houden. Als hij dan niet anders kan, laat hem dan een derde van zijn maag vullen met voedsel, een derde met drinken en een derde voor zijn ademhaling.’(3)
In Sahieh Moeslim staat dat Handhalah al-Oesaydie, één van de schrijvers(4) van de Profeet – sallallahoe ‘alayhi wa sallam – tegen de Profeet – sallallahoe ‘alayhi wa sallam – heeft gezegd: ‘Handhalah is hypocriet geworden.’ De Boodschapper – sallallahoe ‘alayhi wa sallam – zei tegen hem:
وما ذَاك؟
‘En hoe komt dat?’
Hij (Handhalah) zei: ‘O Boodschapper van Allah, als wij bij u zijn, dan herinnert u ons aan het Hellevuur en het Paradijs totdat het lijkt alsof wij het met onze eigen ogen zien. Als wij u vervolgens verlaten, spelen wij met onze echtgenotes en kinderen en al hetgeen verloren zal gaan, waardoor wij veel vergeten.’ Dit is een gedeelte uit de overlevering, en in de overlevering staat ook dat de Profeet – sallallahoe ‘alayhi wa sallam – toen driemaal heeft gezegd:
ولكن يا حنظلةُ ساعةً وساعة
‘Maar o Handhalah, een uurtje zo, en een uurtje zo.’
Soelaymaan ad-Daaraani heeft gezegd:
إن النفسَ إذا جاعت وعطِشَت صَفَا القلب وَرَقَّ وإذا شبِعت عميَ القلب
‘Als de ziel honger en dorst heeft, zuivert en verzacht het hart zich, en als zij verzadigd is, raakt het hart verblind.’
* Het behoort ook tot de wijsheden van het vasten dat een rijke persoon de waarde inziet van de rijkdom waar Allah hem mee heeft begunstigd, gezien Allah hem heeft begunstigd met voedsel, drinken en geslachtsgemeenschap en dit is vele andere schepselen ontnomen. Op deze manier zal hij Allah prijzen om deze gunst, Hem bedanken voor dit gemak en denken aan zijn arme broeder die misschien wel hongerig slaapt. Hierdoor zal hij gul zijn tegen deze arme, door hem sadaqah (liefdadigheid) te geven waarmee hij zich kan kleden en zijn honger kan stillen. Dit is de reden dat de Profeet – sallallahoe ‘alayhi wa sallam – de meest gulle persoon was, en hij was het gulste tijdens de Ramadaan, als Djibriel (de engel) naar hem toekwam om hem – sallallahoe ‘alayhi wa sallam – de Qor-aan te onderwijzen.
Bron: Madjaalis Shahr Ramadaan, al-Madjlis at-Taasi’
(1) Voetnoot van de vertaalster: Hiermee wordt bedoeld dat men een ander onrecht aandoet. Zie Sharh Riyaad as-Saalihien van ash-Shaykh al-‘Oethaymien.
(2) Overgeleverd door al-Boekhaarie.
(3) Overgeleverd door Ahmad, at-Tirmidhie, an-Nasaa-ie en Ibn Maadjah.
(4) Voetnoot van de vertaalster: In de tijd van de Profeet – sallallahoe ‘alayhi wa sallam – waren er bepaalde Metgezellen die de Qor-aan-Verzen opschreven. Handhalah was hier één van.