Aanbidding
Taalkundige betekenis: zich nederig maken voor, zich onderwerpen aan.
Islamitische betekenis: Verzamelnaam voor alle zaken waar Allah van houdt en tevreden mee is aan daden en uitspraken, innerlijk en uiterlijk.
De reden waarom de religieuze verantwoordelijkheden voor de dienaren aanbidding wordt genoemd
Omdat zij deze religieuze verantwoordelijkheden strikt nakomen, het in de praktijk brengen, terwijl zij dit in een staat van onderwerping en nederigheid jegens Allah doen.
De zuilen van aanbidding
De aanbidding is gebouwd op drie zuilen:
- Liefde
- Vrees
- Hoop
Voorwaarden van aanbidding
- Voorwaarde die aanwezig dient te zijn alvorens te beginnen met een daad van aanbidding (Shart Woedjoed):
– Oprechte wil (Sidq ul-cAziemah).
- Voorwaarden voor authenticiteit (Shoeroet Sihah):
– Toewijding (Ikhlaas).
– Het volgen van het voorbeeld van de Profeet (vrede zij met hem) (Moetaabacah).
Soorten aanbidding
Er bestaan twee soorten van aanbidding:
- Universele aanbidding.
- Islamitische aanbidding.
Universele aanbidding
Universele aanbidding houdt in: het zich onderwerpen aan het universele bevel van Allah. Alle schepselen vallen hieronder. Niemand is hiervan uitgezonderd, niet de gelovige, noch de ongelovige, niet de goedaardige persoon, noch de verdorven persoon.
Het bewijs hiervoor is de volgende uitspraak van Allah (interpretatie van de betekenis):
“Er is niemand in de hemelen en op de aarde of hij zal als dienaar naar de Barmhartige komen.” (Soerat Mariam: 93)
Islamitische aanbidding
Dit is het onderwerpen aan het Islamitische bevel van Allah. Dit slaat in het specifiek op degenen die Allah gehoorzamen en datgene volgen waarmee de Boodschappers (vrede zij met hen) zijn gekomen.
Het bewijs hiervoor is de volgende uitspraak van Allah (interpretatie van de betekenis):
“En de dienaren van de Barmhartige zijn degenen die bescheiden op aarde rondgaan.” (Soerat al-Foerqaan: 63)
Belangrijk basisbeginsel inzake Allah’s Alleenrecht op aanbidding
Als een daad, waarvan het bewezen is dat het tot de daden van aanbidding behoort, aan Allah wordt gericht dan is dat Tawhied. Wanneer deze daad echter aan een ander dan Allah wordt gericht, dan behoort dit tot Shirk en het stellen van gelijken aan Allah.
Bewijs voor dit basisbeginsel
Voor dit basisbeginsel zijn vele bewijzen, waaronder de volgende uitspraken van Allah (interpretatie van de betekenis):
“En aanbidt Allah en kent Hem niets als deelgenoot toe.” (Soerat an-Nisaa’: 36)
“En jullie Heer heeft bepaald dat jullie niets dan Hem alleen aanbidden.” (Soerat al-Israa’: 23)
“Zeg: ,,Komt, ik zal voorlezen wat jullie Heer jullie verboden heeft verklaard: dat jullie geen deelgenoten aan Hem toekennen.” (Soerat al-Ancaam: 151)
Voorbeelden
De smeekbede (ad-Doecaa’) is een daad van aanbidding. →
Het richten van de smeekbede aan een ander dan Allah is Shirk.
Vrees (Khauf) is een daad van aanbidding. →
Het vrezen van een ander dan Allah is Shirk.
Het offeren (ad-Dhabh) is een daad van aanbidding. →
Het offeren in de naam van een ander dan Allah is Shirk.
Het doen van een gelofte (an-Nadhr) is een daad van aanbidding. →
Het doen van een gelofte aan een ander dan Allah is Shirk.