vrijdag , november 22 2024
Home | Artikelen | De gedragscode (Al-Akhlaaq) van de profeet (vrede zij met hem)1

De gedragscode (Al-Akhlaaq) van de profeet (vrede zij met hem)1

De gedragscode (Al-Akhlaaq) van de profeet (vrede zij met hem)-1

Het gedrag van de profeet (vrede zij met hem) was een weerspiegeling van datgene wat vermeld staat in de Koran. In Sahih Moeslim zegt Aicha (Allah zij tevreden met haar)  dan ook: ,,Zijn gedragscode (vrede zij met hem) was de Koran.”

Hij legde ontzettend veel nadruk op het gedrag, zo zegt hij (vrede zij met hem): ,,De beste onder jullie zijn degene met het beste gedrag.”[1]                (Boecharie en Moeslim)

Ook zegt de profeet (vrede zij met hem): ,,Een gelovige kan met zijn goed gedrag het niveau bereiken van een vastende die (ook) het nachtgebed verricht.”                             (Aboe Dawoed)

Tevens zegt hij: ,,Degene die mij het allerdierbaarst is en het dichtst bij mij zal zijn op de Dag der Opstanding is degene met het beste gedrag.”     (Thirmidhie)

Verder zegt hij: ,,De meest geliefde dienaar bij Allah is degene met het beste gedrag.” (Haakim en sahih verklaard door Al-Albaanie)

Toen er een keer tegen de profeet (vrede zij met hem) werd gezegd: ,,O Boodschapper van Allah, verwens de ongelovigen!” antwoordde hij: ,,Voorwaar, ik ben niet als vervloeker gezonden, maar als genade.”   (Moeslim)

Verder zegt Aicha (Allah zij tevreden met haar): ,,Nooit heeft de boodschapper van Allah (vrede zij met hem) iets met zijn hand geslagen, vrouw noch bediende.”                                      (Moeslim)

Anas Ibnoe Maalik, die de profeet (vrede zij met hem) tien jaar heeft gediend zegt dat hij een keer door de profeet (vrede zij met hem) werd gestuurd om iets te doen, maar onderweg kwam hij een aantal spelende kinderen tegen en bleef met hen spelen, waarna hij vergat dat hij iets voor de profeet (vrede zij met hem) moest doen. Ineens zag hij de profeet (vrede zij met hem) die glimlachend achter hem stond en tegen hem zei: “O Oenais[2], ben je geweest waar ik jou naartoe heb gestuurd?’’ Anas zei: ,,Ik ga nu, O boodschapper van Allah.”

Er wordt verder van Anas verhaald dat hij zei: ,,Ik heb de boodschapper van Allah (vrede zij met hem) negen jaar gediend. Ik weet niet van hem dat hij ooit tegen mij heeft gezegd: ‘Waarom heb je dit en dat gedaan?”, noch heeft hij ooit enige daad van mij misprezen.”                                 (Moeslim)

In een andere overlevering zegt Anas (Allah zij tevreden met hem): ,,… nooit heeft hij ‘oef’ [3] tegen mij gezegd[4], noch ‘waarom heb je gedaan?’, noch ‘je had moeten doen’.(Boecharie en Moeslim)

Vergevensgezindheid

Aboe Hoerairah (Allah zij tevreden met hem) overlevert: ,,Een man ging Aboe Bakr uitschelden, terwijl de profeet (vrede zij met hem) verbaasd en glimlachend zat (toe te kijken). Toen het hem te veel werd zei Aboe Bakr iets terug. De profeet (vrede zij met hem) werd boos en stond op, waarna Aboe Bakr hem volgde en zei: ,,O Boodschapper van Allah! Hij schold mij uit waar je bij zat, en toen ik iets terugzei, werd jij boos en stond je op?!

De Boodschapper zei: ,,Al die tijd was er een engel met jou die hem antwoordde, en toen jij (ook) reageerde, kwam de Shaitaan opdagen. O Aboe Bakr! Drie zaken behoren tot de waarheid:

  1. Ieder dienaar die bepaalde onrecht wordt aangedaan en het omwille van Allah (de Verhevene) vergeeft, Allah zal hem doen zegevieren (de overwinning doen behalen).
  2. En telkens als een man het initiatief neemt om liefdadigheid uit te geven strevende hiermee de banden (met anderen) aan te sterken, of Allah zal daardoor zijn bezit doen toenemen.
  3. En telkens als een man het initiatief neemt om liefdadigheid(aan anderen) te vragen om zich daarmee te verrijken, of Allah zal daardoor zijn bezit doen afnemen.

(Verhaald door Ahmed en hassan verklaard door al-Albaanie in Mishkaat nr. 5102)

Wat ook de grote vergevingsgezindheid van de profeet (vrede zij met hem) bewijst, is dat hij na het veroveren en bemachtigen van Mekkah en ondanks alles wat hem was aangedaan door de inwoners van Mekkah, goede wil toonde en hen vergaf zonder enig verwijt achteraf.

Bescheidenheid

Aicha (Allah zij tevreden met haar) werd eens gevraagd wat de profeet (vrede zij met hem) deed als hij thuis was, toen zei ze: ,,Hij stelde zich in dienst van zijn vrouwen (en familie), en als het tijd was voor het gebed, verrichtte hij de kleine wassing (al-Woedoe’) en ging de deur uit naar het gebed.”                (Boecharie en Moeslim)

Anas Ibn Malik (Allah zij tevreden met hem) zei: ,,(Zelfs) een slavin (kon) de Boodschapper van Allah (vrede zij met hem) bij zijn arm beetnemen en vertrekken met hem waar zij wilde (als zij hulp zocht).[5] (Boecharie)

Anas Ibn Malik (Allah zij tevreden met hem) zei: ,,Niemand was hen dierbaarder dan de Boodschapper van Allah (vrede zij met hem), en als zij hem zagen (aankomen) stonden zij (toch) niet voor hem op, omdat ze wisten dat hij dit verafschuwde.                      (Ahmed en Thirmidhie)

Boodschapper van Allah (vrede zij met hem) zegt: ,,Overdrijft niet in het lofprijzen van mij zoals de christenen overdreven in het lofprijzen van 3isa (Jezus). Ik ben slechts een dienaar. Zeg dus: ,,De dienaar van Allah en Zijn boodschapper.”                                                              (Boecharie)

Als de profeet (vrede zij met hem) op reis was, liep hij altijd achteraan, dan begeleidde hij de zwakkeren, gaf hen lift bij hem achterop en verrichtte smeekbedes voor hen.                                      (Aboe Dawoed)

De profeet (vrede zij met hem) ging altijd naar de zwakkeren onder de moslims, bracht bezoek aan hen, bezocht hun zieken en woonde hun begrafenissen bij.

Hij weigerde nooit parfum aan te nemen (als het hem werd geschonken) .

Thomaamah Bnoe Abdellaah verhaalt: ,,dat Anas (Allah zij tevreden met hem) nooit weigerde parfum aan te nemen en (dat) hij beweerde dat de profeet (vrede zij met hem) nooit weigerde parfum aan te nemen.”      (Boecharie)

De profeet (vrede zij met hem) speelde ook vaak met kleine kinderen.

Hij speelde met Zaineb Bintoe Oemmi Salamah en zei herhaaldelijk tegen haar: ,,O Zoewaynib! O Zoewaynib![6]

Anas (Allah zij tevreden met hem) verhaalt dat Boodschapper van Allah (vrede zij met hem), langs kleine kinderen liep die aan het spelen waren en begroette hen met de vredesgroet(salaam) (Moelsim)

Aicha (Allah zij tevreden met haar) zegt: ,,De Boodschapper van Allah (vrede zij met hem) repareerde zelf zijn kapotte schoeisel, verstelde zijn verscheurde kleding en deed zijn huishouden zoals een van jullie zijn huishouden doet…”

(Verhaald door Thirmidhie en sahih verklaard door Al–Albaanie)

Hoogmoed is een eigenschap die ten stelligste verworpen wordt door de Islam. De profeet (vrede zij met hem) zegt: ,,Hij die ter grootte van een stofdeeltje aan hoogmoed in zijn hart bezit, zal het Paradijs niet binnengaan. Toen zei een man: ,,Waarlijk, iemand van ons vind het fijn wanneer zijn kleding mooi is en zijn schoeisel mooi is. Hij zei: ,,Voorwaar, Allah is mooi en houdt van schoonheid; hoogmoed is het loochenen van de waarheid en kleineren van mensen.”[7]             (Moeslim)

Imam an-Nawawi zegt in de uitleg van deze overlevering: ,,Hij zal niet allereerst samen met de godsvruchtigen het paradijs binnengaan; Allah zal eerst over hem oordelen, waarna hij gestraft of vergeven zal worden.”

[1]) In een andere overlevering vroeg de profeet (vrede zij met hem) zijn Heer het volgende:,,…en leidt mij naar het goede gedrag, immers niemand leidt naar het goede gedrag behalve U.”

Ibnoe Hadjar zegt in Fath al-Bari in zijn uitleg van deze overlevering: ,,Al-Akhlaaq staat voor alle gedragingen die men gebruikt in zijn omgang met andere mensen.”

Ook zei de profeet (vrede zij met hem): ,,Er is niets dat zwaarder weegt in de Weegschaal dan het goede gedrag.”                  (Boecharie in al-Adab al-Mofrad)

[2]) Oenais is een verkleining van Anas.
[3]) Oef: foei: uitroep van afkeuring, afkeer of afschuw.
[4]) Uit deze overlevering kunnen wij leren dat het beter is om je achteraf over iets niet te beklagen en iemand steeds te blijven verwijten.
[5]) Sommige mensen gebruiken deze overlevering als bewijs voor het wettigen en legitimeren van het geven van een hand aan de vrouw. Maar deze uitspraak moet niet letterlijk opgevat worden. Ibnoe Hadjar zegt: ,,Hem bij de arm nemen” is een uitdrukking waarmee bedoeld wordt dat de profeet (vrede zij met hem) zich volledig ten dienste stelde van deze slavin en niet weigerde op haar verzoek in te gaan… wat een teken is van zijn bescheidenheid. En trouwens, wij hebben de andere overlevering van Aicha (Allah zij tevreden met haar) in Boecharie die alle twijfels omtrent dit onderwerp wegneemt, zij zegt namelijk: ,,Nooit heeft de hand van de profeet (vrede zij met hem) een hand van een vrouw aangeraakt die niet halal voor hem is  – dus geen mahram van hem is .”

[6] Zoewaynib is een verkleining van Zaineb.
[7] Al-Imam An-Nawawi zegt: ,,Hoogmoed valt op te delen in twee categorieën: hoogmoed jegens de waarheid en hoogmoed jegens de mensen en dit is waar de profeet (vrede zij met hem) naar refereerde toen hij zei: ,,Hoogmoed is het loochenen van de waarheid en kleineren van mensen”

Een voorbeeld van iemand die de waarheid verwerpt is degene die geconfronteerd wordt met verschillende bewijzen uit de Koran en de Soennah en toch zich blijft vastklampen aan zijn incorrecte mening. Dit gebeurt vaak omdat iemand zogenaamd geen gezichtsverlies wil lijden. Het is echter van de gekke om vast te houden aan een mening nadat gebleken is dat deze fout is. In de boeken van Imam Ahmed tref je soms vier verschillende uitspraken over één en hetzelfde onderwerp, enkel en alleen omdat hij niet hoogmoedig was om na het inzien van nieuwe bewijsstukken zijn uitspraak bij te stellen.

Wat betreft de uitspraak “Voorwaar, Allah is mooi en houdt van schoonheid.”,  hiermee wordt gedoeld op de kleding, schoeisel en andere zaken om zo goed mogelijk voor de dag te komen. De profeet (vrede zij met hem) vrede zij met hem wilde zeggen dat dit niets te maken heeft met hoogmoed.

In het kader van hoogmoed wil ik nog één overlevering aanhalen die leerzaam is voor ons allen. Moslim verhaalt dat Salamah Ibnoe Al-Akwa3 zegt dat een man in de aanwezigheid van de profeet (vrede zij met hem) met zijn linkerhand begon te eten, waarna de profeet (vrede zij met hem) tegen hem zei: ,,Eet met je rechterhand!” De man antwoordde daarop: ,,Ik ben daartoe niet in staat!”, dit zei hij uit hoogmoed. De profeet (vrede zij met hem) zei vervolgens tegen hem: ,,En je zult daartoe ook niet meer in staat zijn!” De man kon daarna niet meer gebruik maken van die éne hand.

Toch zien wij vandaag de dag veel moslims die eten en drinken met hun linkerhand, denkend dat dit niets uitmaakt, terwijl de reactie van de profeet (vrede zij met hem) op deze man ernstig was en veel te kennen geeft.

De gedragscode van de profeet deel 2 (vrede zij met hem)-2

Al-Hilm  (geduldig, bedachtzaam en verstandig reageren)

Anas Ibnoe Maalik (Allah zij weltevreden met hem) zegt: ,,Ik liep op een dag samen met de profeet (vrede zij met hem) terwijl hij een mantel (afkomstig) uit Nadjraan droeg met een dikke kraag. Ineens kwam een plattelander achter hem op die hem krachtig aan zijn gewaad trok. Ik keek naar de nek van de profeet (vrede zij met hem); hij was bezeerd door het harde trekken. Hij zei: ,,O Mohammed! Draag (je mensen) op om mij uit het vermogen van Allah dat jij bezit te geven. De profeet (vrede zij met hem) keek dan op, lachte en gaf opdracht voor een gift aan hem.” [1]            (Boecharie en Moeslim)

Ibnoe Abbas overlevert dat de profeet (vrede zij met hem) zegt tegen Al-Ashadj 3abdul-Qais: ,,Jij bezit twee eigenschappen waar Allah van houdt: zachtzinnigheid en bedachtzaamheid[2].” (Moeslim)

Het onderdrukken van woede

De profeet (vrede zij met hem) zegt: ,,Als iemand van jullie boos wordt terwijl hij staat, laat hem dan gaan zitten, als de woede niet overgaat, laat hem dan gaan liggen.”  (Aboe Dawoed en staat vermeld in Sahih al-Djami3 van Sjeikh al-Albaani)

Toen een man ontzettend boos werd in de aanwezigheid van de profeet (vrede zij met hem), zei de profeet (vrede zij met hem): ,,Ik weet een woord, als hij het uitspreekt, zal datgene wat hij ondervindt verdwijnen: ‘Ik zoek mijn toevlucht tot Allah tegen de vervloekte shaitaan’.”      (Boecharie en Moeslim)

Aboe Hoerairah overlevert dat een man aan de profeet (vrede zij met hem) vroeg: ,,Geef mij advies!” De profeet (vrede zij met hem) zei tot drie keer toe tegen hem: ,,Word niet boos”[3]  (Boecharie)

Het geduld van de profeet vrede zij met hem

Aicha (Allah zij tevreden met haar) vroeg de profeet (vrede zij met hem) zoals vermeld staat in Sahih al-Boecharie en Sahih Moelsim: ,,Heb jij een dag meegemaakt die zwaarder is dan de dag van Oehoed?” De boodschapper (vrede zij met hem) zei: ,,Jazeker” en hij vertelde haar het verhaal van zijn bezoek aan at-Taa’if. Hij is daar naartoe gegaan om de mensen van Taa’if uit te nodigen naar Allah, de Verhevene, maar hij was teleurgesteld, bovendien werd hij met stenen bekogeld totdat zijn voeten helemaal onder het bloed zaten. Toen hij op de terugweg naar Mekka was, zag hij opeens een wolk boven zijn hoofd hangen, waar Djebriel zich bevond en die tegen hem zei: ,,Waarlijk, Allah heeft gehoord wat jouw volk tegen jou zei en wat hun antwoord aan jou was; en voorzeker, Hij heeft de engel die belast is met de bergen naar je toegestuurd om hem op te dragen (hen te bestraffen) met wat jij maar wenst.” De engel van de bergen begroette de profeet (vrede zij met hem) met de vredesgroet en zei: ,,O Mohammed! Waarlijk, Allah heeft zeker gehoord wat je volk tegen je zei, en ik ben de engel van de bergen; voorzeker, jouw Heer heeft mij naar je gestuurd om mij jouw bevel te geven. Als je zou willen, zal ik al-Akhsjabain (de twee bergen van Mekka) over hen heen omklappen.” Maar de profeet (vrede zij met hem), barmhartig als hij was, zei: ,,Ik wens dat Allah uit hun lendenwervel mensen voortbrengt die Hem aanbidden en geen deelgenoten aan Hem toekennen.”

Ook staat in al-Boecharie dat eens, toen de profeet (vrede zij met hem) de oorlogsbuit onder de moslims aan het verdelen was, een man zei: ,,Daar wordt niet het aangezicht van Allah mee nagestreefd.” Toen Ibnoe Mas3oed de woorden van deze man tegen de profeet (vrede zij met hem) vertelde, veranderde zijn gezichtsuitdrukking. De profeet (vrede zij met hem) zei (echter): ,,Allah zij mijn broeder Moessa genadig! Hij werd met ergere dingen gelasterd dan dit en toch toonde hij geduld. ”[4]

[1] Hieruit valt op te maken dat de profeet (vrede zij met hem) zich ontzettend zachtaardig en geduldig opstelde tegenover mensen om daarmee een voorbeeld voor anderen neer te zetten en de mensen juist naar de Islam toe te trekken.

[2] Ibnoe 3othaimien zegt het volgende over al-Hilm (zachtzinnigheid): ,,Dat is wanneer iemand zijn woede weet te onderdrukken wanneer hem onrecht wordt aangedaan, maar dit betekent niet dat hij zich opstelt als een ezel die alles over zich heen laat gaan. Nee, het gaat erom dat hij niet snel overgaat tot het vergelden van kwaad.” Verder zegt hij: ,,Het kan zijn dat in sommige gevallen het vergelden van kwaad en ondernemen van stappen beter is dan vergeven.”

Ook zegt de sheich: ,,al-Anaat (bedachtzaamheid) staat voor het bewaren van rust en kalmte inzake alles; en hoe vaak is het niet gebeurd dat door iemands snelle en ongecontroleerde optreden heel veel kapot is gemaakt, zoals het verspreiden van geruchten en roddels zonder enige verificatie en het te snel doen van uitspraken omtrent religieuze kwesties.”

[3] Sheich Ibn 3othaimien zegt dat boosheid een brandend kooltje is die de shaitaan in het hart van de mens werpt om dit tot koken te brengen. Daarom zie je dat iemands gezicht en nek helemaal gaat opzetten. Je kunt je natuurlijk afvragen waarom het advies van de profeet (vrede zij met hem) aan deze man gericht was op zijn boosheid en niet op deze man’s godsvrucht, gebed, vasten enz. Dit omdat dit het beste (advies) was voor iemand als hij; en daarom zien wij de profeet (vrede zij men hem) in andere gevallen andere adviezen geven. Zo gaf hij Aboe Hoerairah het advies om drie dagen van iedere maand te vasten en witr-gebed te verrichten alvorens het slapengaan.

Het is ontzettend belangrijk om te leren hoe jij je woede kan onderdrukken, want iemand die in staat van boosheid  verkeert, kan kufr uitspreken, de echtscheiding tegen zijn vrouw uitspreken, zijn moeder slaan en dingen doen waar hij later ontzettend veel spijt van krijgt.

[4]Een aantal geleerden hebben gezegd: ,,Het opbrengen van geduld als men schade wordt aangedaan, is een (soort) djihaad die men voert tegen zijn eigen nafs; Allah heeft de mens namelijk zodanig geschapen dat hij lijdt onder datgene wat hem wordt aangedaan of over hem wordt gezegd. En daarom vond de profeet (vrede zij met hem) het niet leuk toen hij van onrechtvaardigheid werd beschuldigd. Maar de profeet (vrede zij met hem) wist zijn nafs tot bedaren te brengen, omdat hij bekend is met de grote beloning die de geduldigen toekomt.” De profeet (vrede zij met hem) zegt in een andere overlevering van Ibnoe Maadjah: ,,Een moe’min (gelovige) die zich onder de mensen begeeft en geduld toont voor hun last, is beter dan een moe’min (gelovige) die zich niet onder de mensen begeeft en geen geduld toont voor hun last.”

Al-Boecharie heeft overgeleverd dat de profeet (vrede zij met hem) zei: ,,Moessa (vrede zij met hem) was een zeer verlegen man die zijn lichaam uiterst goed bedekte, zodat er uit verlegenheid niets van zijn naaktheid te zien was. Hij werd om die reden belasterd door hen uit Banoe israa’il die erop uit waren hem te belasteren. Ze zeiden namelijk: “Hij verhult zich als zodanig enkel vanwege een huidaandoening: of melaatsheid of een zaadbalbreuk of een gebrek.” Waarlijk, Allah wilde hem (echter) vrijpleiten van hetgeen zij zeiden. Moessa zonderde zich op een dag af, legde zijn kleren op een steen, waarna hij zich waste. Toen hij klaar was, ging hij zijn kleren pakken, de steen liep echter weg met zijn kleding. Moessa pakte dan zijn stok en ging achter de steen aan zeggende: “Steen! Mijn kleding! Steen! Mijn kleding!” Totdat hij belandde bij een elitegroep uit Banoe Israa’il die hem bloot zagen met de beste gedaante onder de mensen, waardoor Hij (Allah) hem vrijverklaarde van wat ze plachten te zeggen. Hij (de profeet) zei: “De steen stond (stil), dan pakte hij (Moessa) zijn kleding, deed haar aan en begon de steen met zijn stok te slaan. Bij Allah de steen toonde drie, vier of vijf littekens, achtergelaten door de stok(slagen). Dit is (wat er bedoeld wordt) met de woorden (van Allah) [betekenis]: “O jullie die geloven, wees niet zoals hen die Moessa belasterden, waarna Allah hem vrijverklaarde van hetgeen ze zeiden, en hij was voornaam bij Allah.” ”

Al-Boecharie heeft overgeleverd dat de profeet (vrede zij met hem) zei: ,,Banoe Israa’il waren gewend zich naakt te wassen terwijl zij naar elkaars schaamdelen keken. Moessa (vrede zij met hem) was echter gewend zich in zijn eentje te wassen. Ze zeiden: “Bij God, er is niets dat Moessa tegenhoudt om samen met ons te wassen dan het feit dat hij aan een zaadbalbreuk lijdt.” Hij (de profeet) zei (verder): ”Hij (Moessa) ging zich een keer wassen, legde zijn kleren op een steen, waarna de steen met zijn kleren wegvluchtte.” Hij (de profeet) zei (verder): “Moessa rende achter de teen aan zeggende: “Steen! Mijn kleding! Steen! Mijn kleding!, zodat Banoe Israa’il naar zijn schaamdelen (konden) kijken. Ze zeiden: “Bij God, Moessa mankeert niets. De steen stond (stil), nadat hij werd gezien. Hij (de profeet) zei (verder): “Daarna begon hij de steen te slaan.””

De gedragscode van de profeet deel 3 (vrede zij met hem)-3

Anas (Allah zij tevreden met hem) verhaalt: ,,Terwijl wij met de profeet (vrede zij met hem) in de moskee zaten, kwam een plattelander binnen en stond te urineren in de moskee. Toen begonnen de metgezellen tegen hem te schreeuwen: ,,Ho! Ho!” – om hem te laten ophouden –, toen zei de profeet (vrede zij met hem): ,,Onderbreek hem niet, laat hem!” Nadat de plattelander klaar was met urineren, riep de profeet (vrede zij met hem) hem bij hem en zei tegen hem: ,,Moskeeën zijn niet passend voor deze urine en viezigheid, zij zijn (bedoeld) slechts voor het gedenken van Allah, het verrichten van het gebed en het reciteren van de Koran.” Waarna de profeet (vrede zij met hem) zich wendde tot de metgezellen en zei: ,,Jullie zijn als vergemakkelijkkers gezonden en niet als degenen die (de zaken) moeilijk maken, giet er een emmer water overheen. Toen zei de plattelander: ,,O Allah! Begenadig mij en Mohammed en niemand anders (van de rest).” Hierop zei de profeet (vrede zij met hem): ,,Voorzeker, je hebt iets verengd dat ruim is”

(Je probeert de allesomvattende genade van Allah binnen zekere grenzen te houden en dat kan niet)[1]

Mo3aawiah Ibnoe al-Hakam as-Soelamiy (Allah zij weltevreden met hem) zei: “Terwijl ik achter de profeet (vrede zij met hem) het gebed aan het verrichten was, niesde een man (die ook het gebed aan het verrichten was), waarna ik tegen hem zei: ,,Yarhamoeka Allah (Allah zij jou genadig). Toen keken de andere metgezellen mij boos aan (alsof zij mijn daad afkeurden), waarna ik (weer) zei: “Verrek! Waarom kijken jullie mij aan?”. De metgezellen begonnen dan met hun handen op hun dijen[2] te slaan. Toen het tot mij drong dat ze mij tot zwijgen wilden brengen, zei ik: “Waarom willen jullie mij laten zwijgen, maar (toch) zweeg ik. Toen de profeet (vrede zij met hem) klaar was met het verrichten van het gebed –Ik ben bereid mijn vader en mij moeder voor hem op te offeren! Ik heb nooit eerder noch later een leraar gezien die beter kan onderrichten dan hem!–[3], bij Allah, hij heeft mij niet bekeven, noch geslagen, noch uitgescholden. Het enige wat hij zei was: ,,Niets van het gepraat van de mensen past in dit gebed, het is slechts Tasbeeh (het verheerlijken van Allah), Takbier (het zeggen van Allaho-akbar) en het reciteren van de Koran…”[4]

Ik (Mo3aawiah) zei: ,,Ik heb al-Djahiliyaah pas achter de rug[5]Voorzeker, Allah bracht (ons) de Islam. (Maar) waarlijk, er bevinden zich mensen onder ons die waarzeggers bezoeken. Hij (de profeet) zei: ,,Bezoek hen niet!”[6] Hij (Mo3aawiah) zei: ,,En er bevinden zich onder ons mensen die tiyarah[7] begaan.” Toen zei de profeet (vrede zij met hem): ,,Dat is iets dat zij in hun gemoed vinden, laat het hen niet tegenhouden! (Ibn al-Misbaah zei:”Laat het jullie niet tegenhouden!”) Hij (Mo3aawiah) zei: ,,Toen zei ik: “Er bevinden zich onder ons mensen die ‘lijnen trekken’ (in het zand om zogenaamd het ongeziene te achterhalen).” Toen zei hij (de profeet): ,,Er was één van de profeten die ‘lijnen trok’. Wiens ‘lijnentrekkerij’ overeenkomt met de zijne, zou in orde zijn.”[8]  

Hij (Mo3aawiah) zei: ,,En ik had een slavin die schapen voor mij hoedde bij de berg Oehoed en Djawwaniyyah. Ik ging op een dag een kijkje nemen, terwijl (ik) een wolf (zag die) ervan doorging met één van haar schapen. Ik ben (slechts) een mens die tot de kinderen van Adam behoort. Ik treur zoals zij treuren, maar ik gaf haar een klap! Ik stapte daarna naar de profeet (vrede zij met hem), waarna hij mij dat flink kwalijk nam. Ik zei: “O boodschapper van Allah! Zou ik haar dan niet in vrijheid stellen? Hierop zei de profeet (vrede zij met hem): “Breng haar naar mij toe!” Ik bracht haar naar hem toe, waarna hij tegen haar zei: “Waar is Allah?” Zij zei: “In de hemel.” Hij zei: “Wie ben ik?” Zij zei: “Jij bent de boodschapper van Allah!” Hij zei: ,,Geef haar haar vrijheid! Waarlijk, zij is een gelovige (moe’minah)!” [9]

[1] Vaak als er gesproken wordt in een overlevering over een plattelander, kan je er van uitgaan dat het iemand betreft die niet bekend is met de regels van de Islam, want het waren vaak de mensen die op het platteland woonden die geen enkel besef hadden van de diverse regelgevingen. En daarom zonderde deze zich af en begon in een hoek binnen de moskee te urineren, toen hij de moskee betrad en hij de drang kreeg om te urineren. De metgezellen wilden deze man hardhandig en ruw aanpakken, maar de profeet (vrede zij met hem) beval hen zich te bedaren en rustig te blijven

Uit deze leerzame overlevering kunnen wij een aantal leerstellingen trekken

  1. Dat onwetendheid een geldig excuus is, en dat een onwetende persoon niet op dezelfde wijze aangepakt dient te worden als een geleerde persoon. Want een persoon die kennis bezit en het niet tot uitvoer brengt, is in werkelijkheid hardnekkig en koppig.

 

  1. Ook valt uit deze overlevering op te maken dat als een persoon voor de keuze komt te staan tussen twee nadelige oftewel schadelijke zaken, hij de minst schadelijke zaak moet kiezen. Zoals in geval van deze plattelander.

 

De eerste schadelijke zaak is het feit dat hij doorgaat met het urineren in de moskee. De tweede schadelijke zaak is het dwingen van deze persoon om te stoppen met urineren, wat een veel grotere nadeel met zich meebrengt. Want hierdoor kunnen er namelijk gezondheidsklachten optreden bij diegene die gedwongen wordt te stoppen met urineren. Ook kan er hierdoor zijn kleren verontreinigd raken of zijn schaamstreek aan anderen getoond worden. En daarom koos de profeet (vrede zij met hem) voor de minst schadelijke zaak en liet deze man uiturineren.

  1. Ook leert ons deze overlevering dat het verplicht is om de moskee te reinigen, en dat geldt voor eenieder die onreinheden tegenkomt in de moskee. Als hij daartoe niet in staat is dan dient hij het bestuur hierover in te lichten.
  2.  Ook valt ons op dat het reinigen van de grond met water gebeurt. Het is voldoende om een onreine plek met water te overgieten. Dit als het gaat om een vloeistof. Heb je te maken met vaste onreinheden, dan dienen deze eerste verwijderd te worden en vervolgens de achtergebleven plek met water overgoten te worden.
  3. Ook valt ons op dat de profeet (vrede zij met hem) een hoogstaand karakter had en een zachtaardige aanpak hanteerde in zijn onderwijstechniek. En dat wij naar zijn voorbeeld moeten handelen als wij de mensen wensen te corrigeren. En weet dat het goede alleen bereikt kan worden met een zachtaardige instelling.
  4. Toen de profeet (vrede zij met hem) deze man op een zachtaardige manier toesprak, wist hij tot deze man door te dringen en zijn doel te bereiken. In tegenstelling tot de metgezellen die de man zelfs de genade van Allah wilde ontnemen. Ibnoe 3othaimien zei: ,,Als hij zich tenminste had beperkt tot het zeggen van ‘O Allah! Begenadig mij en Mohammed’”, dan was het nog te doen, maar hij ging helemaal over de schreef toen hij daaraan toevoegde ‘en niemand anders’.”

Verder zegt de profeet (vrede zij met hem): “Jullie zijn als vergemakkelijkkers gezonden en niet als degenen die (de zaken) moeilijk maken, giet er een emmer water overheen.” Uit deze overleving valt op te maken dat een moslim altijd de gemakkelijke weg moet kiezen in al zijn doen en laten. Als de profeet (vrede zij met hem) voor een keuze kwam te staan dan koos hij altijd voor de makkelijkste oplossing zolang dit niet in strijd was met de regelgeving van de Islam. Als er bijvoorbeeld twee wegen naar de moskee zijn, ééntje die krom is en waar overal stenen liggen en doornige struiken zijn en een andere die vlak is en waar helemaal niets ligt, dan dien je de vlakke en gemakkelijke weg te nemen. Als het weer koud is en je beschikt zowel over koud water als warm water, dan is het beter om warm water te gebruiken voor je wodoe’. Als jij een auto en een rijdier tot je beschikking hebt om al-Hadj te gaan verrichten, dan is het beter om al-Hadj te verrichten met de auto. Dus datgene wat makkelijker is, is dan ook het beste. En daarom zegt Aicha (Allah zij tevreden met haar): ,,Als de profeet (vrede zij met hem) tussen twee zaken moest kiezen, dan koos hij de gemakkelijkste van de twee zolang dit geen zonde was.”

Maar indien een daad alleen met moeite tot stand komt, dan zal men rijkelijk beloond worden voor de gedane moeite zoals in geval van het verrichten van al-Wodoe’ met koud water als men geen warm water tot zijn beschikking heeft. Maar heeft men warm water tot zijn beschikking, dan moet men niet voor koud water kiezen, want het beste is namelijk het gemakkelijkste. Neem het vasten als voorbeeld, de profeet (vrede zij met hem) zegt: ,,Mensen hebben het nog steeds goed zolang zij het verbreken van de vasten vervroegen.”  Waarom?  Omdat het vervroegen van al-Fotoer gemakkelijker is voor de moslim.

Verder zegt de profeet (vrede zij met hem): ,,En niet als degenen die (de zaken) moeilijk maken”. Je moet het jezelf niet moeilijk maken. Toen de profeet (vrede zij met hem) een vastende man in de zon zag staan, vroeg de profeet (vrede zij met hem) waarom hij dit deed, toen zeiden de metgezellen: ,,Hij heeft een gelofte gedaan om vastend in de zon te gaan staan, toen beval de profeet (vrede zij met hem) hem hiermee te stoppen. Want dit is bezwaarlijk en lastig voor de mens en daar houdt de profeet (vrede zij met hem) niet van.

Dus maak het niet te moeilijk voor jezelf en ook niet voor anderen, want dat kan een soort afkeer voor de Islam inboezemen bij de anderen. Een voorbeeld hiervan is een imam die te lang doet over het verrichten van het gezamenlijke gebed. Mo3aadh Ibnoe Djabal (Allah zij tevreden met hem) was gewend al-3isjaa’ of al-maghreb eerst met de profeet (vrede zij met hem) te bidden, dan naar zijn eigen volk te gaan om hen in het gebed voor te gaan. Op een avond bad de profeet (vrede zij met hem) al-3isjaa’ laat. Mo3aadh bad met hem en ging daarna terug naar zijn volk om hen in het gebed voor te gaan. Hij begon soerah al-Baqarah (een hele lange soerah) te reciteren. Een man verliet het gebed en ging alleen bidden (terwijl Mo3aadh nog bezig was). Ze (de metgezellen) zeiden tegen hem: “Heb jij nifaaq begaan?.” Hij zei: “Nee, maar ik zal naar de profeet (vrede zij met hem) stappen.” Hij ging naar hem en zei: “O boodschapper van Allah! Jij hebt al-3isjaa’ laat gebeden en Mo3aadh had met je gebeden, kwam terug, ging ons voor in het gebed en begon soerah al-Baqarah te reciteren. Toen ik dat zag, deinsde ik terug en ging (alleen) bidden…” De profeet (vrede zij met hem) ging naar Mo3aadh en zei tegen hem: ,,Ben jij een fitnah-zaaier, O Mo3aadh! Ben jij een fitnah-zaaier, O Mo3aadh! Bid met die soerah en die soerah!” …

Het is dus zeer aanbevolen voor iemand die bezig is met da3wah om zachtaardig te zijn en het makkelijk te maken voor de mensen! Het is niet de bedoeling als een persoon een fout maakt dat we hem meteen uitsnauwen en tegen hem zeggen: ,,Jij bent fout! Jij hebt een zonde begaan! Jij dit en dat…!” We moeten juist proberen om deze persoon zachtaardig te benaderen en hem op een wijze manier te corrigeren. Hij moet het gevoel krijgen dat wij het goede voor hem willen en niet dat wij hem enkel en alleen willen aanvallen, beledigen of kleineren.

[2] Het feit dat zij op hun dijen begonnen te slaan, geeft aan dat dit incident plaats heeft gevonden voordat er geopenbaard werd dat het mogelijk is gebruik te maken van tasbeeh om een fout aan te geven.

[3] Deze man was zeer onder de indruk van de wijze aanpak, zachtaardigheid, goedhartigheid van de profeet (vrede zij met hem) ten opzichte van en het begrip dat hij kon opbrengen voor iemand die onwetend was.

[4] Hieruit kunnen wij concluderen dat het verboden is om te praten tijdens het gebed, zelfs als hier behoefte aan is. Men mag absoluut niet praten, al is het ten behoeve van het gebed. En als er zich iets voordoet dat een reactie vergt, dan dient een man die achter een imaam bidt “Soebhaanalah” te zeggen en een vrouw met haar handen te klappen. Het bewust praten tijdens het gebed maakt het ongeldig. Maar betreft het iemand die onwetend is of uit vergetelheid praat, dan maakt dit het gebed niet ongeldig, want de profeet (vrede zij met hem) heeft Mo3aawiah niet bevolen het gebed in te halen.

[5] ) al-Djahiliyaah is het pre-islamitische tijdvak dat zich kenmerkte door afgoderij, bijgeloof, onwetendheid jegens de Schepper, perversheid en moreel verval. Mo3aawiah Ibnoe al-Hakam as-Soelamiy (Allah zij weltevreden met hem) wilde zeggen dat hij zich pas gelegen tot de islam bekeerde.

[6] De profeet (vrede zij met hem) zegt:,,Wie naar een waarzegger gaat, en in datgene gelooft wat hij hem vertelt, die heeft zich gedistantieerd van datgene wat geopenbaard is aan Mohammed vrede zij met hem.”

[7] Het woord tiyarah is afgeleid van het Arabische woord tayr dat vogel betekent. Als men in het pre-islamitische tijdperk een reis wilde ondernemen, ging men eerst vogels wegjagen om op basis van de vliegrichting van de vogels de richting te kiezen voor de reis. Tiyarah is een soort wichelarij vol pessimisme, waarbij men speculeert op het kwaad op basis van (valse) voortekens en die gepaard gaat met een angstig voorgevoel. Het is te vergelijken met het heersende bijgeloof met betrekking tot een omgevallen zoutvaatje, een gebroken spiegel, een zwarte kat of het doorlopen onder een ladder; volgens velen brengen deze situaties ongeluk. De Islam verwerpt dit en zegt dat men zich hierdoor niet moet laten belemmeren in zijn dagelijkse bezigheden. Dus de islam verbiedt het ons om dat (valse) gevoel naar daden te vertalen. De profeet (vrede zij met hem) zegt zelfs: ,,Tiyarah is shirk (afgoderij)”

[8] Wat de profeet (vrede zij met hem) tracht te zeggen is dat één van de voorgaande profeten van Allah de gave had gekregen om het ongeziene te achterhalen via het trekken van lijnen in het zand, en als iemand hiertoe in staat zou zijn, wat natuurlijk onmogelijk is, laat hem dan zijn gang gaan.

[9] Deze overlevering geeft aan dat een persoon alleen moe’min (een echte gelovige) kan zijn als hij erkent dat Allah zich boven ons bevindt en dat Mohammed (vrede zij met hem) zijn boodschapper is. Ook is deze overlevering het bewijs dat geloofsgetuigenis (sjahaadah) voldoende is om iemand tot de moslims te rekenen.

Check Also

Hoe prees de profeet Allah?

Hoe prees de profeet Allah? 266. ‘Abdoellah ibn ‘Oemar (moge Allah tevreden met hen zijn) heeft …