De gunsten van Ramadan
Allah heeft het vasten met een beduidende wijsheid voorgeschreven: namelijk, het verkrijgen van godsvrucht. Hij zegt (interpretatie van de betekenis)
O jullie die geloven, het vasten is jullie voorgeschreven, zoals het degenen die voor jullie waren was voorschreven, opdat jullie godsvruchtig zullen zijn (en zonden zullen vermijden). (Soerat al-Baqarah: 183)
Het vasten is een daad van aanbidding die verricht wordt door degenen die over een zuivere intentie beschikken. De Profeet (vrede zij met hem) zegt in een Hadieth Qoedsiy dat Allah zegt: “Alle daden van de zoon van Adam (de mens) zijn voor hem, behalve het vasten, dat is voor Mij en Ik geef er beloning voor. En het vasten is een bescherming. Als iemand van jullie op een dag vastende is, laat hem dan niet schelden en laat hem zijn stem niet verheffen. Als iemand hem dan uitscheldt of hem bevecht, laat hem dan zeggen: ,,ik ben een persoon die vastende is.”
Bij Degene in Wiens Handen Mohammed’s ziel ligt, de geur die afkomstig is uit de mond van een vastende is geliefder bij Allah dan de geur van muskus. De vastende kent twee blijde momenten; tijdens het verbreken van het vasten, en wanneer hij zijn Heer ontmoet.” (al-Boechari)
Allah heeft het belonen voor het vasten specifiek aan Zichzelf voorbehouden, alhoewel alle beloningen bij Hem liggen. Dit omdat het vasten een geheime zaak tussen Hem en de dienaar is die voor niemand anders zichtbaar is. Terwijl alle overige daden van aanbidding zijn wel zichtbaar voor anderen.
Het vasten is een bescherming tegen het Hellevuur, zoals de Profeet (vrede zij met hem) zei: “Wie een dag vast omwille van Allah, zijn gezicht zal door Allah voor een afstand van zeventig jaren van het Vuur afgehouden worden.” (al-Boechari en Moeslim)
En speciaal voor de vastenden zal er een Poort zijn die naar het Paradijs leidt: ar-Rayyaan. De Profeet (vrede zij met hem) zei: “Waarlijk, in het Paradijs is een Poort, genaamd ar-Rayyaan, waardoor de vastenden op de Dag der Opstanding zullen binnentreden, en niemand buiten hen. Er zal gevraagd worden: ,,Waar zijn de vastenden?” Waarna zij zullen opstaan (om deze binnen te treden) en niemand anders zal deze (Poort) binnentreden. Wanneer zij zijn binnengetreden zal hij sluiten. Niemand zal door hem (het Paradijs meer) binnengaan.” (al-Boechari en Moeslim)
Deze Poort wordt ar-Rayyaan genoemd wat afkomstig is van ar-Rayy: dit is het tegenovergestelde van dorst. Dit vanwege het feit dat eenieder die door deze Poort het Paradijs zal binnentreden nooit meer aan dorst zal lijden. Zoals overgeleverd wordt door an-Nisaa’i dat de Profeet (vrede zij met hem) zei: “Wie binnentreedt zal drinken en wie drinkt zal nooit meer dorst krijgen.”
Zoals zij dorstig waren naar Allah, zal Hij hen belonen op de Dag des Oordeels door hun dorst voor eeuwig te lessen.
Het vasten zal op de Dag der Opstanding voorspraak doen voor de zijnen, zoals de Profeet (vrede zij met hem) vertelde: “Het vasten en de Koran zullen beiden voorspraak doen op de Dag der Opstanding. Het vasten zal zeggen: ,,O mijn Heer, ik heb hem overdag van het eten en lusten weerhouden. Sta mij daarom toe om voorspraak voor hem te doen. En de Koran zal zeggen: ,,Ik heb hem ’s nachts weerhouden van het slapen. Sta mij daarom toe om voorspraak voor hem te doen. Hij (vrede zij met hem) zei: ,,Allah zal hen dan beiden toestaan om voorspraak (voor hem) te doen.” (Sahih al-Djaamic van al-Albaani)
Het is voldoende op te merken dat het vasten zijn gelijke niet kent onder de overige daden van aanbidding. Aboe Oemaamah overlevert: “De Boodschapper van Allah (vrede zij met hem) zei: ,,Verricht het vasten. Want waarlijk, het kent zijn gelijke niet.” (Ahmed en an-Nisaa’i)
De gunsten van de maand Ramadan
Wat betreft de gunsten van de maand Ramadan, dit zijn er veel. Waaronder datgene dat door Aboe Hoerayrah is overgeleverd. Hij overlevert dat de Boodschapper van Allah (vrede zij met hem) zei: “Als (de maand) Ramandan aanbreekt, worden de Poorten van het Paradijs geopend en worden de Poorten van het Hellevuur gesloten en worden de shayaatien vastgeketend.” (al-Boechari en Moeslim)
Ook overlevert Aboe Hoerayrah dat de Boodschapper van Allah (vrede zij met hem) zei: “Moge zijn neus door het stof gehaald worden, iemand in wiens aanwezigheid mijn naam wordt genoemd en hij geen zegeningen voor mij vraagt. En moge zijn neus door het stof gehaald worden, iemand die (de maand) Ramadan meemaakt waarna deze eindigt zonder dat zijn zonden hem vergeven worden. En moge zijn neus door het stof gehaald worden, iemand wiens beide ouders tijdens zijn leven de ouderdom bereiken en hij door hen (te dienen) niet het Paradijs binnentreedt” (at-Tirmidhi en Ahmed en sahih bevonden door al-Albaani)
Moge zijn neus door het stof gehaald worden is een Arabische uitdrukking wat staat voor totale vernedering. Met andere woorden moge degene die de maand Ramadan meemaakt, wetende dat wanneer hij zich één maand in het jaar zou onthouden van de lusten dat al zijn voorgaande zonden hem vergeven zullen worden, maar dit aan zich voorbij laat gaan, totale vernedering lijden.
Aboe Hoerayrah overlevert dat de Boodschapper van Allah (vrede zij met hem) zei: “Wie (de maand) Ramadan vast, uit geloof en rekenende (op de beloning van Allah), al zijn voorgaande zonden zullen hem vergeven worden.” (al-Boechari en Moeslim)
‘Uit geloof en rekenende’ houdt in dat de persoon gelooft in de beloning van Allah en dat Zijn Wetten Waarheid zijn. En dat hij deze beloning nastreeft omwille van Allah en niet omwille van de mensen. Wij vragen Allah dan ook om ons Ikhlaas (toewijding) te schenken en wij zoeken onze toevlucht tot Hem tegen ar-Riyaa’ (te kijk lopen met je goede daden).